Agrifoodclicks

Dimuto ontwikkelt blockchain- en AI-oplossingen voor AGF kwaliteitscontrole

Dimuto Produce-banner
 
Dimuto ontwikkelt innovatieve blockchain- en AI-oplossingen die kwaliteitscontrole van AGF-producten mogelijk maken en analyseren. De technologie met blockchain levert objectieve en consistente QC inspecties, realtime zichtbaarheid en een superieure kwaliteitscontrole. De kwaliteitscontroleoplossingen van het bedrijf geven inzicht in elke transactie tot iedere afzonderlijke doos. Dimuto heeft een oplossing gebracht waarbij in de verpakkingslijn een foto wordt gemaakt van iedere doos voordat deze wordt gesloten. De foto wordt vervolgens ondergebracht in de blockchain waardoor de informatie tijdgevoelig en onveranderlijk is.
Het is de eerste fase in een geïntegreerd proces dat leidt tot een wereldwijde marktplaats aangevuld met verkoop, financiering, verzekering, documentbeheer en marketing, ondersteund door Dimuto.
 
 

Data compleet met AI 

De oplossing voorkomt blinde vlekken in databases en helpt kwaliteitsproblemen te voorkomen en geschillen te beslechten. Het systeem neemt op het teeltbedrijf of in het pakstation automatisch foto’s van elke afzonderlijke doos.  Na het uploaden van de digitale elementen – de foto’s die zijn genomen vlak voordat de doos werd gesloten – op de blockchain, analyseert kunstmatige intelligentie de informatie.

Deze aanpak maakt data compleet voordat de goederen de locatie verlaten op afzonderlijke doos niveau.  Alles wat wordt verzonden heeft een productpaspoort. De technologie levert gegevens die helpen om de verschillende partijen in de internationale handel te onderscheiden en te vertrouwen en de kwaliteit te controleren vanaf het pakstation tot in de winkel.

De AI-software van Dimuto helpt om de kleur, grootte en oneffenheden van fruit te analyseren. Voordat kopers, handelaren en retailers een bestelling plaatsen, kennen ze de specificaties van het product dat ze willen kopen. Dimuto biedt de kennis dat wat wordt verzonden voldoet aan de specificaties van de koper. De digitale oplossingen van Dimuto helpen de diverse partijen met producttransparantie en traceerbaarheid.

Dimuto heeft sinds kort  een marktplaats waar de volledige leverings- en traceerbaarheidssystemen zijn gecombineerd in een online platform. Kopers kunnen een complete bestelling plaatsen en dan met volledige traceerbaarheid het product volgen.  De volgende stap is het toevoegen van financieringsdiensten en het helpen creëren van cashflows voor de leveranciers.

Informatie: dimuto.io

‘Consument profiteert van meer robots in voedingsindustrie’

De voedingsindustrie kampt met grote personeelstekorten. Het duurt nog wel even voordat de krapte op de arbeidsmarkt vermindert. In de voedingsindustrie komen zware, repeterende en gevaarlijke taken regelmatig voor. Daar zijn meestal minder mensen voor te vinden. Robots kunnen dit soort taken verlichten en daarmee het werken in de voedingsindustrie aantrekkelijker maken, zo stelt Ceel Elemans, sector specialist Food, ING Sector Banking.
 
 
Betere en constante voedselkwaliteit

Voor de consument zit er ook een voordeel aan de inzet van robots. Robotisering draagt bij aan een betere en constante voedselkwaliteit. Dat is van belang voor de voedselveiligheid. Daarnaast leidt het gebruik van robots tot een hogere arbeidsproductiviteit. Hierdoor blijven de prijzen betaalbaar voor de consument.

De robotiseringscijfers voor de Nederlandse voedingsindustrie liggen hoog. De afgelopen periode is al veel geïnvesteerd in robots. In 2021 is de voedingsindustrie goed voor 28 procent van alle in Nederland gekochte industriële robots. Het aantal aangeschafte robots steeg in de sector met 42 procent naar 650.

In Europa heeft de Nederlandse voedingsindustrie de hoogste robotdichtheid per 10.000 werknemers. Dat heeft te maken met de exportgerichtheid van de Nederlandse voedingsindustrie. Ook zijn de lonen hoog in Nederland. Bedrijven moeten heel efficiënt produceren om de extra logistieke kosten goed te maken.

 Robotgebruik versnelt

De komende jaren is een verdere versnelling nodig van het gebruik van robots. Robots zijn relatief goedkoper geworden en kunnen ook betere en steeds meer afwisselende taken uitvoeren.

De redenen om te kiezen voor meer robotisering nemen alleen maar verder toe. Zo heeft corona een aantal kwetsbaarheden blootgelegd. Met minder handjes in het primaire productieproces, neemt de kans op besmettingen af. Recente voorbeelden zijn besmettingen met salmonella of listeria veroorzaakt door onvoldoende hygiënemaatregelen.

Daarnaast blijven de arbeidskosten toenemen. Zo gaat het minimumloon in 2023 met 10 procent omhoog. Dat maakt de rekensom voor een investering in robotisering gemakkelijker voor voedingsbedrijven.

Investeren in robots zal niet alleen voordelen opleveren voor de bedrijven zelf, maar zeker ook voor de consument. Wel kan de economische situatie het proces van verdere robotisering belemmeren omdat een naderende recessie tot uitstel van investeringen kan leiden.

 Paprikaoogstrobot

 Een oogstrobot aan het werk in de paprika’s.

 

Indoor farming-pionier PlantLab haalt € 50 miljoen groeigeld op

medewerkers en CEO van Plant Lab 

Van links naar rechts: mede-oprichter van PlantLab Leon van Duijn en CEO Eelco Ockers, en Jelle Roodbeen, CFO van De Hoge Dennen.

 

 

 

Scale-up breidt verder uit in Noord-Amerika en Europa

 

 PlantLab, de Nederlandse pionier in indoor farming, heeft 50 miljoen euro opgehaald in een nieuwe financieringsronde die geleid werd door De Hoge Dennen Capital. Het geld wordt gebruikt om extra productielocaties te openen in het buitenland, onder meer in Noord-Amerika en Europa. Hierdoor kunnen dichtbij de consument op grote schaal kraakverse, gezonde en lekkere groenten verbouwd worden, zonder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. In totaal werd tot nu toe 120 miljoen in het bedrijf gestoken.

 

PlantLab realiseerde in de afgelopen tien jaar een doorbraak met een gepatenteerde technologie voor innovatieve stadslandbouw, die inmiddels wordt toegepast in een commerciële productielocatie in Amsterdam van 15.000 vierkante meter. Ook in Indianapolis en op de Bahama’s is het bedrijf inmiddels actief. In een ruimte met een oppervlakte van slechts twee voetbalvelden kan genoeg geproduceerd worden om een stad van honderdduizend inwoners dagelijks van 200 gram groente te voorzien. Plantlab focust zich momenteel op sla, kruiden, tomaten en komkommers, maar heeft voor veel andere gewassen de research gedaan om deze ook commercieel te kunnen kweken.

 

Klaar om op te schalen

“We hebben de afgelopen tien jaar met de founders en medewerkers van het eerste uur keihard gewerkt aan onze technologie”, vertelt Leon van Duijn, een van de oprichters van PlantLab. “Deze technologie lost belangrijke vraagstukken binnen ons voedselsysteem op en wordt inmiddels toegepast in de commerciële productielocaties in Nederland, de Verenigde Staten en de Bahama’s. We zijn klaar voor verdere opschaling en hebben het personeelsbestand inmiddels verdubbeld.”

 

“We zijn blij dat De Hoge Dennen in onze groei investeert”, zegt Eelco Ockers, CEO van PlantLab. “Met onze innovatieve technologie kunnen we het voedselsysteem van de toekomst verder vormgeven. De potentie is enorm. De afgelopen jaren is in de Amsterdamse productielocatie bewezen dat deze zeer geschikt is voor grootschalige toepassing. Inmiddels zijn onder andere Van Gelder en Picnic afnemers en groeien ook onze locaties in Indianapolis en op de Bahama’s heel hard. Dit is hét moment om de uitbreiding in het buitenland te versnellen.”

 

De Hoge Dennen is onderdeel van de beleggings- en investeringsmaatschappij van de familie De Rijcke, de voormalige eigenaren van Kruidvat. Het investeerde eerder in online supermarkt Picnic, deelscooterconcept Felyx en elektrische fietsenmerk QWIC. CFO Jelle Roodbeen: “We denken dat de technologie van PlantLab wereldwijd een verschil zal gaan maken. Gezonde en lekkere groente wordt op deze manier betaalbaar, voor iedereen bereikbaar en ook nog eens zeer duurzaam geproduceerd.”

 

Minder CO2-uitstoot
Die technologie van PlantLab maakt het mogelijk overal ter wereld groente en kruiden te telen, zoals tomaten, komkommer, basilicum en munt. Dit kan zelfs op onvruchtbare grond of midden in stedelijke gebieden. De gewassen groeien dankzij temperatuur-, vocht- en lichtregulatie uit tot hun volledige potentie, terwijl er 95 procent minder water nodig is en geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Licht komt van speciaal ontwikkelde LED’s, die de specifieke kleur licht geven die de plant nodig heeft voor fotosynthese. Door locaties dicht bij de klant en de consument te hebben hoeft voedsel niet meer over lange afstanden getransporteerd te worden, wat direct leidt tot minder CO2-uitstoot, lagere kosten en minder voedselverspilling.

 

PlantLab heeft in Den Bosch zijn R&D-centrum, wereldwijd het grootste op het gebied van vertical farming, en in Amsterdam de grootste commerciële productielocatie van Europa. Behalve in Amsterdam heeft PlantLab ook productielocaties in Indianapolis, in de Amerikaanse staat Indiana en de Bahamas. Daarnaast is de scale-up aan het uitbreiden in de VS en Europa. Bij PlantLab werken internationaal inmiddels meer dan 100 mensen.

 

Over PlantLab
PlantLab is gespecialiseerd in technologie voor innovatieve indoor farming, de voedselvoorziening van de toekomst. Het bedrijf is in 2010 opgericht in Den Bosch met als doel het wereldvoedselsysteem te verbeteren. In de afgelopen tien jaar is reeds € 70 miljoen geïnvesteerd in de ontwikkeling van technologie waarmee op iedere plek op aarde dichtbij consumenten kraakverse en gezonde groente verbouwd kan worden, met een minimale milieubelasting, zonder chemische bestrijdingsmiddelen en een radicaal lager waterverbruik. In een ruimte met een oppervlakte van slechts twee voetbalvelden kan genoeg verbouwd worden om een stad van honderdduizend inwoners dagelijks van 200 gram verse groente te voorzien. Omdat de nieuwe technologie overal en altijd werkt kan het hele jaar rond een radicaal kortere logistieke keten gerealiseerd worden met alle bijbehorende voordelen: superieure productkwaliteit, langere houdbaarheid, sterk gereduceerde voedselverspilling, nagenoeg geen CO2-uitstoot en overlast gerelateerd aan vervoer over langere afstanden. PlantLab wil zijn technologie voor iedereen toegankelijk maken en daarmee lekker, vers en duurzaam voedsel bereikbaar maken voor iedereen.

 

NutriControl en PerkinElmer openen laboratorium

nutricontrol-logo-274x90 

 NutriControl in Veghel gaat samen met het Amerikaanse bedrijf PerkinElmer een laboratorium exploiteren. Het nieuwe laboratorium in Veghel heeft geavanceerde analytische testinstrumenten die beschikbaar zijn voor de wereldwijde voedingsmiddelenindustrie. Het laboratorium is tevens uitgebreid met een demonstratielaboratoriuml met de analysetechnologie van PerkinElmer.

PerkinElmer en Nutricontrol werken al sinds 2014 geregeld samen, maar met de uitbreiding van het NutriControl laboratorium is er nu een formeel samenwerkingsverband. Het Amerikaanse bedrijf levert NutriControl veel analytische oplossingen en testmethoden.

Over NutriControl

NutriControl is expert in analyses van voedingswaarde en voedselveiligheid in de food- feed- en dairy sector. Het bedrijf heeft een laboratorium met ruim 120 medewerkers, 7 afdelingen, 90 analisten en 800.000 testen en kennis over meer dan 300 testmethodes waarvan er ruim 90 geaccrediteerd zijn.

Het bedrijf werkt met innovatieve analysetechnieken en heeft kennis in huis van onder meer de diervoeder- en levensmiddelensector, van productieketens, producten en productieprocessen.

NutriControl werkt conform een kwaliteitsbeheersysteem gebaseerd op NEN-EN-ISO/IEC 17025:2017. Daarnaast beschikt het laboratorium over onder meer GMP+ B10, GMP+ B11, QS, Ovocom  en Vernof.

Informatie: www.nutricontrol.nl.

FELIXprinters brengt serie 3D foodprinters op de markt

Felix FLX01753_edit

 

Het bedrijf FELIXprinters dat zich vanaf 2011 toelegt op de ontwikkeling en productie van 3D printers, heeft een serie 3D foodprinters op de markt gebracht. Met de foodprinters kunnen gerechten en voedingsmiddelen zoals pasta’s, chocolade, puree, vetten of soja bereid worden. 

In drie modellen

FELIXprinters levert drie typen 3D foodprinters. Met de Single Food 3D Printer, die één printkop heeft, kan de pasta nauwkeurig in elke gewenste vorm en tot een hoogte van maximaal 17 cm. geprint worden. De Switch Food 3D Printer heeft twee printkoppen, die gevuld kunnen worden met twee verschillende soorten pasta. De printkoppen kunnen in enkele seconden gewisseld worden. De Twin Food 3D Printer heeft ook twee printkoppen, maar die zijn in een vaste positie gemonteerd en printen gelijktijdig, waardoor de printcapaciteit verdubbelt.

 

Een product of een gerecht laag voor laag opbouwen biedt in de voedingsmiddelenindustrie en de (groot)keuken vele nieuwe mogelijkheden. Normaal gesproken worden lastige en complexe vormen gemaakt met behulp van (bak)vormen of kant-en-klare platte vormen die op elkaar gestapeld worden. Met 3D printen is een uitgebreid scala van vormen en structuren mogelijk, waardoor de voedselbereiding er een nieuwe manier van werken bij krijgt. Door het printen van bijvoorbeeld namen, logo’s en pictogrammen kan een gerecht ook een persoonlijke tintje krijgen.

 

Een foodprinter kan volgens de fabrikant de efficiency in professionele keukens verbeteren, omdat de printer zelfstandig zijn werk doet en de koks zich met andere werkzaamheden kunnen bezighouden. Foodprinters kunnen bovendien een oplossing zijn voor de productie van voedsel van mensen met eetproblemen, zoals patiënten die moeilijk kunnen slikken.

Niet alle voedingsmiddelen geschikt zijn voor 3D printing. De viscositeit van het materiaal is de belangrijkste factor. De ideale viscositeit ligt tussen de 50 en 1.000 Pascalseconde Ook de textuur is van belang. Een zachte en gladde substantie is beter en nauwkeuriger te verwerken dan een puree met grove deeltjes.

Informatie: www.felixfood.nl

Sensor meet vitaminegehalte van groente en fruit

 

BCGV_Food Screening EMR

Telers kunnen met een  biosensor het vitaminegehalte in groente en fruitreal time meten. Via het Interreg project Food Screening EMR werken Nederlandse en Belgische bedrijven en kenniscentra aan een slimme sensortechnologie voor snelle, eenvoudige en goedkope detectie van vitaminen in voedingsmiddelen tijdens het productieproces.

Deze on-site meettechnologie biedt telers van groente en fruit de mogelijkheid om met state-of-the-art teelttechnieken te sturen op het duurzaam en stabiel verhogen van het vitaminegehalte in gewassen. Het project onderzoekt tevens hoe de sensortechnologie ingezet kan worden bij de onderbouwing van claims over de voedingswaarde en de gezondheidsvoordelen van producten.  

Het meten van vitamines is al mogelijk, in een laboratorium. Maar het is voor een teler behoorlijk kostbaar om van iedere batch gewassen stalen te nemen en deze op te sturen naar een extern lab voor nutrionele analyse. De huidige praktijk is het product wegen en vervolgens in een tabel opzoeken hoeveel vitamine C per gram een wortel bevat. Dat is de waarde die op de verpakking verschijnt.

“Het specifiek bepalen van inhoudsstoffen om je producten te vermarkten is nu simpelweg te duur. Maar een goedkope sensor waarmee een teler dit zelf routinematig kan bepalen, biedt uitkomt. Niet alleen in het kader van claims, maar ook om de teeltprocessen te innoveren. Je kan dan bijvoorbeeld twee teelttechnieken voor spinazie analyseren en snel controleren of de nieuwe methode ook echt leidt tot een toename van bijvoorbeeld het folaatgehalte in de gewassen. Wij willen de sensor zo maken dat je ‘m kunt integreren in een dipstick en een draagbare sensor die je als teler in de kas of op het veld kan gebruiken”, vertelt Kasper Eersels, assistent professor Sensor Engineering van Universiteit Maastricht/

Binnen dit project brengt iedere universiteit zijn eigen expertise in. “Het ontwikkelen van sensortechnologie is een complex proces. Door met elkaar samen te werken, maak je slim gebruik van elkaars kennis. Vanuit Maastricht zijn we goed in receptoren, dat zijn de elementen in je sensor die je nodig hebt om een specifieke stof in bijvoorbeeld vruchtensap te detecteren. Hasselt en Luik werken samen aan een ‘omzetter’: wanneer de receptor het stofje bindt dat je wil detecteren, moet je sensor ook kunnen waarnemen dat dit gebeurd is. De technische hogeschool in Aken is aan zet om dit allemaal in een handzaam toestel te krijgen. Het klinkt cliché, maar samen ben je echt meer dan de som der delen.”
 

De software

De Venlose startup Yookr gaat samen met het Duitse Zumolab de software ontwikkelen voor de nieuwe biosensor. Volgens John van Helden van Yookr kan deze biosensor het leven van een voedselproducent gemakkelijker maken. “Je meet ter plekke hoeveel vitamine er bijvoorbeeld in je tomaten of wortelen zitten. Je kijkt als ondernemer real-time mee en kan – als het nodig is – het productieproces bijsturen.”

De biosensor moet zo worden gemaakt dat deze onder verschillende omstandigheden een stabiele en betrouwbare meting kan doen. “We weten uit ervaring dat bijvoorbeeld warmte altijd invloed heeft op een meting. Maar als ze in het lab ervoor zorgen dat ze het juiste sensormateriaal hebben en dat voorzien van een uitleesbare chip die de meetinformatie verzamelt, dan kunnen wij aan de slag met de software en de data op een goede manier visualiseren.”

 

De claims

De volgende stap is om te kijken hoe de informatie uit de biosensor en de data geïntegreerd kan worden in voedings- en gezondheidsclaims, zodat ze de consument kan overtuigen van de meerwaarde van een product. “De claims zijn nu vooral gebaseerd op theoretische basis en gaan over alle tomaten, alle appels en alle bloemkool. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten. De biosensor helpt om inzicht te krijgen in de voedingswaarde van een specifiek product. Wij willen gaan kijken hoe we de informatie uit de metingen kunnen gebruiken om claims te maken’, vertelt Alie de Boer, voedingswetenschapper en hoofd van het Food Claims Centre Venlo, een afdeling van Universiteit Maastricht.

Dit is volgens De Boer goed voor de teler omdat hij meer inzicht krijgt in wat er in zijn product zit en hierop kan sturen, door bijvoorbeeld een speciaal soort tomaten te gaan kweken met extra veel vitamine C of B1 of met veredeling in te zetten op bepaalde eigenschappen. Voor de teler en de consument is dit volgens de voedingswetenschapper een belangrijke ontwikkeling. “De consument heeft steeds meer behoefte aan informatie over wat er in een product zit. Deze bewustwording is geen hype, die blijft. Als je als teler inzicht kan geven in wat er allemaal voor goede dingen in jouw tomaat, aardbei of wortel zitten, sta je echt 1-0 voor.”
 

Financiering

Het project Food Screening EMR  krijgt een bijdrage vanuit het Interreg-programma Euregio Maas-Rijn van de Europese Unie. Dit programma pakt problemen in grensregio’s aan te pakken en grensoverschrijdende samenwerking binnen Europa te bevorderen.

Sensor meet vitaminegehalte van groente en fruit | Brightlands

Link tussen technologie en retail/foodservice versnelt productie plantaardig

_FREE-FROM-FOOD_0405  

 

Free From Functional & Health Ingredients 2021 Amsterdam – 23 -24 nov a.s.

 

Afgelopen jaren zijn er tal van vlees- en visvervangers op de markt gebracht, veelal op basis van soja, tofu en peulvruchten. Deze eiwitbronnen zijn echter niet oneindig en het zoutgehalte staat regelmatig ter discussie. Om aan de toenemende vraag te kunnen blijven voldoen, zijn alternatieve eiwitbronnen nodig.

Free From Functional & Health Ingredients 2021 die plaatsvindt op 23 en 24 november a.s. in de RAI Amsterdam, verbindt technologie en retail/foodservice om de productie van plantaardige alternatieven te versnellen.

 FREE-FROM-FOOD_0196 (002)

Inmiddels noemt één procent van de Nederlanders zich veganist, blijkt uit onderzoek. Dat zijn bij elkaar zo’n 170.000 veganisten. Twintig jaar geleden waren dit er nog maar 16.000. Daarnaast is er een groeiende groep flexitariërs – mensen die vlees, vis of vleeswaren minstens één keer per week laten staan. De plantaardige vervangers die de afgelopen jaren op de markt kwamen hebben bronnen als soja, noten, tempé, tofu, tahoe en peulvruchten. Eiwitbronnen die niet onuitputtelijk zijn en bovendien niet altijd even duurzaam. Ook worden deze producten vaak als te zout bestempeld.

Alternatieven: nieuwe eiwitbronnen

Om aan de toenemende vraag van vlees- en visvervangers te blijven voldoen, zijn  nieuwe eiwitbronnen nodig: tuinbonen, quinoa, algen en schimmels. En om het zoutgehalte te kunnen verlagen worden kweekvlees en insecten als oplossing genoemd.

Er zijn innovatieve technologieën, ingrediënten en productiemethoden in ontwikkeling die de eiwittransitie kunnen versnellen. Maar wat zijn nu de meest geschikte, wat wil de consument en hoe kunnen eiwitrijke vervangers voor vlees en vis voldoen aan de vereisten voor smaak, bite, milieu en gezondheid?

Om antwoord te geven op deze vragen en het ontwikkelproces van retail-, foodservice- en horecaproducten te versnellen, verbindt Free From Functional & Health Ingredients foodprofessionals uit alle vakgebieden. “Door potentiële zakenpartners aan elkaar te koppelen, van voedingstechnologen tot fabrikanten, marketeers, inkopers en category managers”, legt organisator Ronald Holman van Expo Business Communications uit, “laten we het assortiment nog beter aansluiten op de daadwerkelijke vraag, nu en in de toekomst.”

De vakbeurs geeft inzicht in actuele en toekomstige trends van eiwittransitie, lactose-, gluten-, suikervrije en plantaardige producten, biologisch, vega(n), functionele voeding en ingrediënten. De beurs verbindt potentiële foodpartners en inspireert met bijdragen van sprekers van instellingen en bedrijven.

Meer informatie en tickets: https://nl.freefromfoodexpo.com/home/

logo-2020-amsterdam

 

 

 

Smart Potato: slimme aardappel meet groeiseizoe

 
 

 

Smart Potatoe2 Smart Potatoe1 (1)Smart Potatoe1 (1)Smart Potato 3.jpg.jpg-aviary-20170510-094824

 

 

Derk Gesink volgt straks met sensoren de aardappel tijdens de teelt, vanaf het poten tot en met het einde van de bewaring. De akkerbouwer in Mensingeweer weet dan precies hoe gaat met de voortgang in het groeiseizoen. Dit seizoen wordt de waarde van deze sensortechnologie getest.

De Groninger akkerbouwer doet mee aan Smart Potato, een project in het kader van 5Groningen in combinatie met studenten van de Hanzehogeschool. Het volgen van de teelt blijft in de praktijk nog even toekomstmuziek, want dit seizoen wordt de waarde van deze sensortechnologie vooral getest.

“Het project is een mooie kans om technologieën te ontwikkelen voor landbouw waar wij in de toekomst verder mee kunnen. Daarnaast is het erg leuk om studenten te betrekken bij het landbouwbedrijf en ze te leren denken hoe techniek en natuur met elkaar samen te laten werken”, zo ervaart Gesink.

De sensor verzamelt in een proef in een perceel van 9 hectare gegevens als vocht, temperatuur, stikstof en tijdens de opslag CO2. Er wordt tot nu toe gewerkt met één sensor per hectare “om eerst de communicatie voor elkaar te krijgen”.

Geeft dit dan wel een goed beeld? Wat als juist de plek waar de sensor ligt afwijkt ten opzichte van de rest van het perceel? Gesink: “Dat zijn inderdaad allemaal nog vragen die beantwoord moeten worden. Wellicht kunnen bodemkaarten, satellietdata,  drone data of historische opbrengstkaarten worden gebruikt voor het bepalen van de juiste plek”. Ook het ijken van de techniek is een aspect dat nog aan de orde komt. “Zo ver zijn we nog niet, maar dat is vooral een technisch vraagstuk”.

 

Per hectare aardappelen wordt er een exemplaar – uitgevoerd in de vorm van een grote aardappel, eigenlijk een kleine biet – in de grond gepoot. Gesink: “Het is de bedoeling om de sensor in de aardappelrug te plaatsen, dus alleen in aardappelen, maar voor tulpen of andere bollen zou de sensor ook geschikt kunnen zijn”.

De informatie uit de aardappel moet helderheid brengen in de voortgang van de teelt van de tachtig hectare pootaardappelen van het akkerbouwbedrijf van Gesink. De maatschap investeerde al meer in het bedrijfsproces rond aardappelen. Vorig jaar kwam er op het erf een nieuwe bewaarschuur voor de bewaring en sortering van pootaardappelen in bedrijf.

De slimme aardappel is tot nu toe nog niet in de grond geweest, erkent Gesink. “Het is al een hele toer om communicatie tussen de Smart Potato en het netwerk voor elkaar te krijgen omdat de Smart Potato onder de grond zit. Dat is iets waar de betrokken partijen tot nu toe weinig ervaring mee hebben. De studenten hebben al wel een portal opgezet op www.slimmeaardappel.nl waar de data zichtbaar wordt gemaakt”, vertelt Marc Cremers. Hij is projectcoördinator van 5Groningen waar het project van Smart Potato onder valt.

Waarde en optimale vorm testen

Dit seizoen wordt de waarde van deze sensortechnologie getest. “Het gaat om het uitvoeren van proeven met verschillende sensoren en vormgevers gaan uitzoeken wat nu de optimale vorm van de Smart Potato moet worden. Daar zijn al wel goede ideeën over”, weet Cremers.

“Het wordt een compromis, maar de Smart Potato moet wel de vorm van een aardappel hebben. Hij gaat namelijk mee in de pootmachine om te poten en hij wordt ook mee geoogst. Er moet bovendien genoeg ruimte in die slimme aardappel zijn voor de sensoren, batterij en de elektronica voor communicatie. Daarnaast moet de kast ook nog eens goed waterproof zijn. En dat is nog wel een uitdaging”, ziet Derk Gesink.

Gerichter bemesten

Voor hem is informatie over bodemtemperatuur, bodemvocht en beschikbaarheid van stikstof van belang. “Het zou mooi zijn om daar in de toekomst een groeimodel en een ziektemodel aan te koppelen”. Het grootste voordeel van de toepassing en dus de meerwaarde voor de aardappelteelt op zijn bedrijf is dat het gerichter kunnen bemesten uiteindelijk een betere opbrengst en nog betere kwaliteit kunnen opleveren. “Daarnaast is besparing op meststoffen altijd goed”.

En welk nadeel weegt het zwaarst? “Naast meten is weten kost meten ook extra inspanning. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op. De extra tijd die nodig is moet wel opwegen tegen de opbrengst en kwaliteitsverhoging”, stelt hij nuchter vast.

Om te meten wat er boven de grond op het aardappelveld gebeurt zoals loofontwikkeling en insectenvraat is een groep studenten bezig om een bladnat sensor te maken. Dit moet boven de grond gebeuren. Een idee is om deze opstelling ook te gebruiken als antenne voor de communicatie met de Smart Potato onder de grond, vertelt de landbouwer die de sensor in ruil voor het beschikbaar stellen van de locatie mag gebruiken.

Weerstation voor gerichter bestrijden

Vorig jaar zomer werd er voor de 5G-pilot Smart Potato van 5Groningen al een weerstation geplaatst. Gesink: ”Dit was een weerstation van Pesse dat temperatuur, bodemvocht, neerslag, luchtvochtigheid en bladnat kon meten. Zo is er realtime informatie beschikbaar over de weersomstandigheden en de toestand van het gewas”.

Wat hij hieraan heeft gehad tijdens de droge zomer? “Tja, minder dan gehoopt, want wij kunnen niet beregenen op aardappelen. Onze meerwaarde voor het weerstation is de koppeling aan het ziektemodel voor het voorspellen van schimmelinfecties. In een jaar met normale neerslag kan het dan prima aangeven wanneer de aardappelen moeten worden beschermd tegen schimmelziekten. Afgelopen jaar was het zo droog dat er geen schimmelinfecties optraden, dus het model gaf aan dat er niet gespoten hoeft te worden”, legt hij uit.

“De ontwikkelingen gaan echter wel door op het gebied van ziektemodellen. Zo is Pesse nu bezig om ook de luizenpopulatie in het veld beter te kunnen voorspellen. Dat zou het interessant kunnen maken om luizen nog gerichter te gaan bestrijden”, weet de Groninger akkerbouwer.

Hij adviseert collega’s die ook op deze manier data van de teelt willen verzamelen dat het gewoon een kwestie van doen is. “Als je er bereid bent om er wat tijd in de steken zijn er genoeg mogelijkheden. Ik hoop dat er nog een tijdje studenten aan dit project kunnen werken en dat de Smart Potato dan verder door commerciële bedrijven wordt opgepakt.”

Nieuwe doorontwikkeling

De Smart Potato krijgt op termijn een nieuwe doorontwikkeling. Die wordt uitgevoerd door studenten van de opleidingen Hanze HBO-ICT, Hanze Industrieel Product Ontwerp  en Hanze Sensor Technology van de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van 5Groningen in innovatiewerkplaats Digital Society Hub.

 

Vincent Huisman vertelt over zijn bedrijf Croptimise. De startup van studenten van de Hanzehogeschool Groningen houdt zich bezig met de doorontwikkeling van de Smart Potato, een “slimme pieper” die onder de grond metingen verricht en deze metingen doorstuurt naar de boer. Bekijk de video!

 

www.5groningen.nl › nieuws › hoe-gaat-het-met-de-smart-potato
 

 

Smart Potato: het project

Zo ziet de technologie van dit project er uit. De informatie over vocht, bodemtemperatuur, bodemvocht en beschikbaarheid van stikstof wordt via sensoren op 10 tot 20 cm diepte in het aardappelveld verzameld en aan een 5G-netwerk doorgegeven.

5G werkt voor de slimme aardappel met twee technieken: LoRa van KPN en NB-IoT van internetter Sings van Vodafone. “Via beide technieken waar we nu mee experimenteren kan de aardappelsensor in de grond heel lang met weinig energieverbruik gegevens verzamelen zonder dat de batterij leegraakt. Logisch, want de sensor moet het een heel seizoen lang doen”, aldus Cremers.

Deze netwerken zijn gebaseerd op de LoRAWAN (Long Range Low Power)- technologie, een voorloper van het toekomstige 5G netwerk. De techniek kan grote aantallen sensoren koppelen en kent een zeer laag energieverbruik.

De gegevens worden enkele keren per etmaal via het 5G-netwerk verzonden naar het informatieplatform. Na analyse en presentatie van de data weet de boer aan de hand van groeimodellen of en hoe hij moet bemesten. “De informatie is goed voor zijn portemonnee, voor het milieu en gezond voor de consument”, aldus de projectcoöordinator.

Aan de pilot Smart Potato van 5Groningen doen de volgende partijen mee: techniek Economic Board/5Groningen waartoe het project Smart Potatoe behoort, Hanzehogeschool Groningen, akkerbouwer Derk Gesink, KPN, Vodafone en Solentum in Joure. Deze startup ontwikkelt momenteel een app waarmee de aardappelteler snel de totale opbrengst en kwaliteit van een oogst kan bepalen.

 

Fooditive gaat Sweetener produceren

 

 fooditive sweetener

 De woorden ‘gezond’ en ‘natuurlijk’ worden niet snel geassocieerd met suikervervangers, maar Fooditive BV wil dat veranderen. In het afgelopen decennium heeft de Nederlandse producent van voedselingrediënten zich ingezet voor duurzame oplossingen om de wereldwijde suikerinname aan te pakken. In 2018 is dit werkelijkheid geworden met een zoetstof die vrij van chemicaliën is en plantenaardig wordt gemaakt.

Fooditive heeft de focus gelegd op het gezonder maken van producten die suikervervangers gebruiken, door een betaalbaar alternatief aan te bieden. Product Development Manager van Fooditive, Niki Karatza, stelt: Vvoor je een zoetstof kan ontwikkelen die succesvol suiker in levensmiddelen kan vervangen, moet je eerst begrijpen wat suiker nou echt uniek maakt. Dat hebben we gedaan door in de wetenschap achter sucrose, de smaak en in de unieke eigenschappen te duiken.” 

Dit heeft Fooditive bereikt door een innovatief proces: het reverse-engineeren van sucrose. Door te beginnen met het eindproduct en vervolgens terug te werken, kon Fooditive de eigenschappen van de ingrediënten analyseren en begrijpen hoe het de kenmerken van suiker in de zoetstof kan nabootsen. Het combineren van deze kennis met het afval van appels en peren leidde tot de creatie van Fooditive Sweetener die 70% van de zoetheid van suiker heeft, zonder de insuline of bloedsuiker niveaus te verhogen. 

Vanuit de kernwaarden duurzaamheid en de overgang naar een circulaire economie, verkrijgt Fooditive de grondstoffen voor haar zoetstof op twee manieren. Ten eerste werkt Fooditive samen met Nederlandse boeren om zowel organische als niet-organische appels en peren te redden die niet aan de eisen voldoen. Ten tweede verzamelt Fooditive het restafval van dit fruit uit andere productieprocessen. Na het verzamelen wordt er een continu fermentatieproces gebuikt, waardoor er in een kortere tijd meer zoetstof verwerkt kan worden. Het fermentatieproces wordt gebruikt om fructose te extraheren en om het te converteren naar keto-fructose. Dit eindproduct is de zoetstof.

 In Zero Iced Tea van  Seicha GmbH

In Duitsland werd Fooditive genomineerd voor de Healthy Living Award 2020 vanwege haar innovatie en positieve bijdrage aan de eathealthy filosofie van de organisatie. Fooditive Sweetener zal ook vanaf dit jaar zijn entree maken in de dranken van Seicha GmbH. 

“Sinds de oprichting van Seicha, hebben mijn broer en ik gezocht naar een natuurlijke zoetstof die een prettige smaak heeft en geen calorieën bevat. In Fooditive hebben we eindelijk een duurzame partner gevonden, waarmee we een revolutie willen ontketenen in de Europese drankindustrie. Seicha zal de eerste organisch gecertificeerde Zero Iced Tea ter wereld binnenkort lanceren. De organische Iced tea zal in drie smaken gelanceerd worden: Green Tea & Ginger; Rooibos Tea & Mango Passion Fruit; en Black Tea & Orange Vanille, aldus directeur Benjamin Böning.

 

Over Fooditive

Fooditive BV is in 2018 opgericht met als missie om gezond voedsel voor iedereen betaalbaar te maken. Het business model is gebaseerd op het leveren van natuurlijke en gezonde innovatie aan levensmiddelenproducenten, met de Fooditive sweetener als belangrijkste product. De filosofie van het bedrijf is gebaseerd op drie pijlers: 

Plantaardig: met gezonde en voedzame producten in gedachten streeft Fooditive naar voedsel dat gezond is, laag in calorieën, vezelrijk is en een grote impact op de supply chain heeft. 

Duurzaamheid: Fooditive verwerkt de drie duurzaamheidspijlers in het business model: zorgen voor mensen door gezonde alternatieven te bieden, door het verhogen van de bewustwording aangaande gezondheid, door deel te nemen aan de circulaire economie door het hergebruiken, reduceren en recyclen en het verminderen van de impact op het milieu door van afvalstromen nieuwe producten te maken. 

Innovatie: Fooditive werkt met verschillende partners om het beste te halen uit nieuwe afvalstromen.

Informatie: www.fooditive.nl

 

Jumbo test slimme winkelwagen

Jumbo-geeft-startsein-voor-experiment-met-slimme-winkelwagen

Jumbo Foodmarkt in Veghel test deze maand een slimme winkelwagen met camera’s, aanraakscherm en kunstmatige intelligentie.  Tijdens deze pilot wordt bekeken of deze technologische innovatie toegevoegde waarde heeft voor klanten en hoe de slimme winkelwagen in de toekomst het beste kan worden ingezet.

Boodschappen doent met de slimme winkelwagen gaat zo: als klanten de producten in het wagentje leggen, worden deze automatisch gescand. Een ingebouwde camera registreert namelijk alle producten die in de kar worden gelegd en het wagentje heeft een scherm waarop het boodschappenlijstje staat. Via dit aanraakscherm ziet de klant direct het bedrag en welke producten in de aanbieding zijn. De klant kan in de toekomst de boodschappen ook met behulp van het scherm op de slimme winkelwagen  afrekenen.

Tijdens deze test wordt de slimme winkelwagen fysiek getest om te kijken waar kansen en beperkingen liggen. Het systeem is eerst in een gesimuleerde omgeving getoetst om producten te herkennen, waardoor het bijvoorbeeld verschillende groenten en fruit van elkaar kan onderscheiden. De volgende stap is het testen in de winkel door collega’s en klanten. Deze pilotfase moet vaststellen of de slimme winkelwagen het boodschappen doen voor  de klant eenvoudiger, sneller en prettiger maakt. De uitkomsten bepalen of de innovatie op termijn ook in de winkels praktijk wordt.

 

Over Jumbo supermarkten
Jumbo is een Brabants familiebedrijf dat dit jaar 100 jaar bestaat en is uitgegroeid tot de tweede supermarktketen van Nederland. In 2019 kwamen hier de eerste winkels in België bij. Jumbo telt momenteel ruim 680 supermarkten, waaronder 8 Foodmarkten en een online bestel- en bezorgservice via Jumbo.com. Ook voert het concern het gemakswinkelconcept Jumbo City, waarin elementen van de reguliere Jumbo winkel, Foodmarkt én van restaurantketen La Place worden gecombineerd.

 

Oudere berichten »

 

  Kennis- en innovatieplatform voor de agrifoodketen ©2023 Ria Besseling