Agrifoodclicks

Cublend produceert poeder-, kruiden- en groentemengsels

 

Cublend in Bleiswijk produceer poeder-, kruiden- en groentemengsels voor de foodindustrie. Het bedrijf, gestart door Carlo van Eijmeren en Rob Nijgh, levert powder blends op maat als halffabricaten aan de voedingsindustrie. Onlangs behaalde Cublend een higher level voor IFS-certificering.

 

De blends zijn bestemd voor soepen, vlees, sauzen en marinades, coatings voor noten, vis en vleesproducten, functionele toevoegingen en voedingsstoffen voor sport en afslanken. Het bedrijf overweegt vanwege de toenemende vraag om volgend jaar de productiecapaciteit van 6000 ton uit te breiden.

 Aandacht voor voedselveiligheid

In de fabriek is veel aandacht voor voedselveiligheid. Het centrale productieplatform en zelf ontwikkeld geautomatiseerd grondstof-managementsysteem voorkomen slepen met voedingsstoffen en als gevolg hiervan kruisbesmetting en allergenencontaminatie.

Cublend DSC_1330Cublend DSC_1335

Daarnaast werkt Cublend voor de kruidenmengsels, kruiden en specerijen met natuurlijke grondstoffen die niet genetisch gemodificeerd of geproduceerd zijn met behulp van genetisch gemodificeerde ingrediënten. Die zijn traceerbaar binnen de EU. Op deze wijze borgt het bedrijf de voedselveiligheid in de gehele keten.

De afgelopen jaren kwam de voedingsindustrie regelmatig negatief in het nieuws vanwege  besmettingen met schadelijke bacteriën en restjes allergenen in producten die er volgens de verpakking niet in horen te zitten. “Wat we steeds van klanten horen is dat het beter, sneller en vooral veiliger moet,” aldus eigenaren Carlo van Eijmeren en Rob Nijgh. ,,Daarom is er in de branche een grote behoefte aan dit soort innovaties”.

Cublend is een samenwerkingsverband tussen Berkenhof Beheer B.V., Denico Danmark ApS en Ronijco Invest B.V. voor het gehele Europese continent.

Cublend is aanspreekpunt voor de Benelux en Zuid-Europa, voor Noord Europa en UK verwijzen is dat Denico Danmark.

www.cublend.nl   www.denico.dk

IPSS denkt aan mobiele suikerraffinage op erf

WURpilotplantsuikerbLayout-RD1-1024x723

Ingenieursbureau IPSS denkt aan mobiele suikerraffinage op het erf van boerderijen. De mobiele fabrieken zijn ondergebracht in zeecontainers en worden bij boerderijen geplaatst om op locatie suiker uit suikerbieten en reststromen te halen. Het idee is om uiteindelijk kleine mobiele suikerfabrieken in zeecontainers te bouwen en te plaatsen bij bedrijven die reststromen hebben. Dit is mogelijk door een procedé dat is ontwikkeld door Wageningen UR.

Met de nieuwe methode kunnen suikerbieten bij boeren op het erf eenvoudig worden geraffineerd tot suikers. Suikerbieten, grondstoffen en reststromen bevatten eveneens aminozuren. Om reststromen meerdere componenten bevatten zijn vaak veel bewerkingen nodig om deze eruit te halen.

Het procede van Wageningen UR heeft dankzij een anti-solvent minder processtappen nodig om de componenten te isoleren. Door dit anti-oplosmiddel toe te voegen aan het mengsel en vervolgens het water weg te vangen, worden suikers en andere componenten onoplosbaar en kristalliseren ze. Het proces is energiezuinig en werkt zonder drogen en centrifugeren. Daardoor kan het lokaal en op kleine schaal worden ingezet, zoals bij boerderijen.

IPSS start in Wageningen een pilotfabriek om het procedé verder te testen en te onderzoeken naar commerciële haalbaarheid.

Ook andere reststromen verwerken

IPSS en Wageningen UR rekenen ook op verwerking van andere reststromen, bijvoorbeeld afkomstig van de appelmoesindustrie. Daarnaast wordt onderzocht of suikers uit andere reststromen gekristalliseerd kan worden.

Een kleine proeffabriek volgens IPSS in de vijftien weken van het bietenseizoen zo’n 300 hectare suikerbieten verwerken. Het maximale volume van de andere grondstoffen is nog onbekend.

Er is in Nederland behoefte aan meer capaciteit om suikers uit bieten te raffineren. Ons land heeft in Hoogkerk en Dinteloord twee grote productielocaties van Suiker Unie waar suikers uit bieten wordt gehaald.  Er is behoefte aan meer capaciteit, maar een nieuwe productiefaciliteit kost 500 miljoen euro.

Ook interesse in buitenland

Ook in het buitenland is volgens IPSS interesse in de mobiele suikerraffinage, onder meer in de suikerproducerende en -verwerkende industrie in Duitsland, Zwitserland en Nigeria en bij de teelt van suikerhoudende gewassen in Portugal, Canada en Engeland.

Agriport A7 verduurzaamt verder met CO2-voorziening

AgriportCO2installECW-1-1024x654 AgriportGeothermie1-h21132158062_68f2652d61_z 

De tuinbouwbedrijven in het glastuinbouwgebied Agriport A7 krijgen voortaan ook CO2. OCAP, onderdeel van Linde Gas Benelux,  heeft er twee tanks van meer dan 20 meter lang geplaatst, goed voor de opslag van 400 ton vloeibare CO2. Aan deze tanks is een zogenaamde verdamper gekoppeld. Daarin verdampt de vloeibare CO2 naar gasvormige CO2 die in het netwerk wordt gepompt.

Volgende stap in verduurzamen glastuinbouw

Het geothermieproject in Agriport A7 is nu ruim twee jaar operationeel en levert stabiel warmte voor het verwarmen van de kassen op Agriport. De komst van de CO2-voorziening betekent voor ECW Netwerk, de netbeheerder in het Agriport-gebied en beheerder van de geothermiecentrale, een volgende stap in verder verduurzamen van de glastuinbouw op Agriport. ECW Netwerk ontwikkelde in de afgelopen maanden een open-source CO2 distributienetwerk voor de CO2-voorziening. 

 ”CO2 was een ontbrekende schakel in onze ambitie om het gasverbruik te reduceren. Met het nieuwe netwerk en de samenwerking met Linde Gas Benelux kunnen we hierin een flinke stap vooruit maken. Dat maakt het mogelijk om verder te groeien met alternatieve warmte zoals geothermie. Zo snijdt het mes aan twee kanten”, aldus Robert Kielstra, directeur van ECW Netwerk, over het project.

Jacob Limbeek, directeur en mede-oprichter van OCAP noemt het project in Agriport A7 ook voor OCAP van belang. “Met deze uitbreiding zetten we een belangrijke stap in onze strategie om ook buiten het gebied waar we al tien jaar leveren, tuinders de beschikking te geven over grote hoeveelheden betaalbare CO2. Beschikbaarheid van CO2 is cruciaal voor de verdere verduurzaming van de tuinbouwsector.”

 

Zuivere CO2 van buiten het gebied

Op Agriport telen tien bedrijven in grootschalige kassen van totaal 340 hectare. Deze gebruiken allemaal CO2 om de plantgroei te bevorderen. “De bedrijven waren voor de CO2 -voorziening voorheen gebonden aan de terugwinning van CO2 uit de rookgassen van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties en de verwarmingsketels. Door de komst van het nieuwe CO2-netwerk kunnen de bedrijven vanaf nu ook zuivere CO2 betrekken van buiten het Agriport gebied”, aldus Koen Hand, projectleider voor de aanleg van het CO2-netwerk. “De warmtekracht koppelingsinstallaties en de verwarmingsketels hoeven minder draaiuren te maken en het aardgasverbruik neemt daardoor af.”

Versketens in 2020 goed voor 40% productie

Gesloten versketens zijn in 2020 goed voor ongeveer 40 procent van de productie,  stelt ABN Amro in Retailvisie Vers in 2020. Consumenten vinden de herkomst van versproducten steeds belangrijker. Zij zijn op zoek naar eerlijke producten met een eigen identiteit. Vers staat in de belangstelling. De supermarkt is nog steeds het belangrijkste kanaal voor de aankoop van versproducten, maar de consument kiest steeds vaker alternatieve aanbieders en gebruikt nieuwe aankoopkanalen. Dit biedt kansen voor veel partijen in de keten om zelf de consument te bedienen, vooral voor de hoger opgeleide consument.

Van ‘grond tot mond’ in opkomst

Directe distributie van ‘grond tot mond’ is in opkomst. Zo kunnen boeren dankzij technologische innovaties rechtstreeks aan consumenten leveren. Online food-retailers spelen op verschillende manieren in op deze ontwikkeling met bezorging aan huis, via afhaalpunten of via abonnementsmodellen met vaste menu’s. Hiermee kunnen zij anticiperen op de groeiende behoefte aan gemak, inspiratie en variatie. Retailers dienen te blijven investeren in een fijnmazige distributie, mogelijk in samenwerking met logistieke partners.

Agrifoodmarkt naar gesloten ketens

ABN AMRO verwacht dat in de komende vijf jaar een scheiding zal ontstaan tussen producenten. “Wie in open ketens blijft opereren, is sterk afhankelijk van de kostprijs. Versproducenten die voor gesloten ketens kiezen, zijn beter in staat het vertrouwen van de consument te winnen. Ondernemers in gesloten ketens geven hun formule namelijk vorm in nauwe samenwerking met alle andere ondernemers in deze keten”, vertelt Wilbert Hilkens, sectormanager Agri van ABN AMRO. “Het ambacht van de boer of tuinder is voor de consument een betrouwbaar baken. Zij kunnen in de keten met verwerkers en retailers inspelen op de behoefte aan ‘gezond’, ‘lekker’ en ‘betrouwbaar’.”

De zeven belangrijkste bevindingen zijn:

  1. Maak een duidelijke keuze tussen volumehandel en uw unieke onderscheidend vermogen. En voor de waarden van waaruit u werkt, bijvoorbeeld prijs, betrouwbaarheid of identiteit. Deze moeten passen bij uw kracht.
  2. Betrouwbaarheid is de optelsom van uw bedrijfsvoering en gedrag richting consumenten dat hen inspireert om u vertrouwen te geven. Kiest u hiervoor, of voor identiteit, dan zult u daar voor consumenten en zakelijke partners concreet invulling aan moeten geven. Een flinke uitdaging, maar de beloning zal een ‘goede prijs’ zijn. Omdat de voorwaarde waaronder deze prijs betrouwbaar tot stand kan komen, een gesloten en duurzame keten is. Relaties in dit soort ketens kunnen niet zomaar worden verbroken.
  3. Boeren en tuinders, verwerkers en retailers kunnen in zo’n gesloten keten belangrijke innovaties realiseren, zowel onderling als in hun relatie met consumenten. Toch zullen deze innovaties in 2020 voor hooguit 40% van de Nederlandse productie gelden. Het overige – voornamelijk exportgerichte volume blijft sterk prijsgedreven.
  4. Voor handelaren en verwerkers is het op dit moment business as usual. Tenzij ze zich realiseren dat ook zij belangrijke kansen kunnen verzilveren op basis van trend 3 hierboven. Sterker: als assortimentsbouwers kunnen zij juist door hun tussenpositie voor ketenpartners waarde toevoegen op het gebied van kwaliteit en logistiek. En daarmee unieke proposities bouwen die de consument waardeert.
  5. 5. ‘Gezond’, ‘lekker’ en ‘betrouwbaar’ op een betaalbare manier innoverend vormgeven. Dit is de uitdaging voor een land dat voor een belangrijk deel leeft van food & agri, maar waarin de hele voedselketen maatschappelijk behoorlijk onder vuur ligt. Er zijn dan ook snel positieve rolmodellen nodig die op alle fronten laten zien dat het anders kan. In die zin is de periode 2015-2020 cruciaal: zonder korte is er geen lange termijn. Maar de korte termijn vraagt om fundamentele ondernemersgeest willen de uitdagingen genoemd onder 3. een basis zijn voor verder perspectief.
  6. In de komende vijf jaar zal in de Nederlandse primaire sector een scheiding optreden tussen producenten. Wie in open ketens blijft opereren, is voornamelijk afhankelijk van zijn kostprijs. Versproducenten die voor gesloten ketens kiezen, kunnen zich richten op het verdienen van vertrouwen en hierdoor waarde creëren. Een klein deel zal zelfs in staat zijn om merken te bouwen voor hun producten.
  7. Het zal niet makkelijk zijn om op korte termijn merken te ontwikkelen voor buitenlandse markten, zoals de Duitse, Engelse of Franse markt, waar veel van onze primaire producten worden verkocht. Betrouwbare gesloten ketens kunnen hier invulling geven aan bijvoorbeeld huismerken van retailers en foodservice-ketens die waarde hechten aan deze betrouwbaarheid. Het belang hiervan kunnen we niet genoeg onderstrepen, omdat ons land sterk afhankelijk is van de export.

Het rapport Vers in 2020 is in te zien via

https://insights.abnamro.nl/download/29410

 

 

 

 

Katalysator zet biomassa sneller en efficiënter om in waardevolle grondstoffen

Scheikundigen van de Universiteit Utrecht ontwikkelden samen met Britse en Amerikaanse collega’s een nieuwe, herbruikbare katalysator die biomassa sneller en efficiënter omzet in waardevolle hernieuwbare producten als plastics en brandstoffen.Op de vinding is inmiddels een octrooi aangevraagd. Het onderzoek werd uitgevoerd binnen het publiek-private samenwerkingsverband CatchBio, dat nieuwe manieren ontwikkelt om niet-eetbare biomassa te verwerken.

De katalysator versnelt zeer selectief één van de chemische reacties die nodig zijn voor de verwerking van cellulose, een onderdeel van plantenmateriaal. Bij deze reactie wordt levulinezuur omgezet in een volgende groene chemische bouwsteen, γ-valerolacton. De katalysatoren die voor deze omzetting worden gebruikt, zijn vaak metalen. Uitgebreid onderzoek leidde tot een katalysator gebaseerd op de metalen ruthenium en palladium. Deze stuurt de omzetting veel sneller dan bestaande katalysatoren en doet dat bovendien heel specifiek, waardoor minder afval wordt geproduceerd.

Gesloten kringloop

In 2050 woont ongeveer driekwart van de wereldbevolking in de stad. Voor het behoud van een goede leefomgeving in miljoenensteden en agglomeraties van grote steden, zoals de Randstad, zijn duurzame en gesloten kringlopen essentieel. Biomassa omzetten in chemische bouwstenen voor de productie van materialen en brandstoffen is zo’n kringloop. Hierbij gaat het om niet-eetbare en snelgroeiende biomassa zoals stro, loof en hout.

Cruciaal

De biomassa wordt eerst omgezet in een select aantal chemische bouwstenen. Hieruit kan een groot aantal hernieuwbare basischemicaliën, zoals plastics, brandstoffen en oplosmiddelen, worden geproduceerd. Deze vormen weer de basis voor de brandstoffen en materialen in het dagelijks leven, variërend van geneesmiddelen tot kleding. Om in de toekomst op deze manier in de behoefte van de wereldbevolking te kunnen voorzien, is per kilo biomassa een maximale opbrengst nodig. Daarom zijn katalysatoren van cruciaal belang en heeft optimalisatie hiervan een grote impact.

CatchBio

Het publiek-private samenwerkingsverband CatchBio, ‘Catalysis for Sustainable Chemicals for Biomass’, is in 2008 opgericht en bestaat uit 21 partners van Nederlandse universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijfsleven. CatchBio heeft als doel om op een schone manier brandstof, chemicaliën en materialen uit niet-eetbare biomassa te halen. Hiervoor werkt het samenwerkingsverband aan meer dan 60 onderzoeksprojecten met een totaalbudget van 28 miljoen euro. Dit geld is opgebracht vanuit de deelnemende bedrijven, onderzoeksinstellingen en het SmartMix-programma van het ministerie van Economische Zaken.

www.catchbio.nl

 catchbio_pb_march2015

Weergave van een elektronen-microscopische opname van de nieuwe katalysator bestaande uit de metalen Ruthenium en Palladium, te zien als grijs witte bol. Rechts een uitvergroting van de katalysator waarbij de roze bolletjes de Ruthenium en blauwe bolletjes voor Palladium voorstellen. Het molecuul Luvelinezuur (links) wordt omgezet in γ-Valerolacton (rechts).

 

 

 

 

Robot voor paprika-oogst verder ontwikkeld

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Wageningen UR gaat de komende drie jaar verder werken aan de paprika-oogstrobot. De huidige robot kan autonoom vruchten vinden, benaderen, vastpakken, afsnijden en wegleggen, maar het succespercentage van het plukken en de doorlooptijd van het apparaat zijn tot nu toe nog onvoldoende. Onderzoekers van WUR gaan de robot in een  nieuw driejarig Europees onderzoeksproject doorontwikkelen.

De paprika oogstrobot is het resultaat van het onlangs afgeronde  Europese onderzoeksproject Clever Robots for Crops (CROPS) voor ontwikkeling van robotica in de tuin- en bosbouw. Het project is door Wageningen UR Glastuinbouw gecoördineerd en door Productschap Tuinbouw medegefinancierd.  CropsLogo_Large Met de eerste werkende paprika-oogstrobot in een realistische omgeving bereikten de  onderzoekers een belangrijke mijlpaal.  Experimenten in een commerciële kas leverden een schat aan informatie op.

Ook appels en druiven

Het vierjarig onderzoeksproject CROPS met 13 partners uit 10 landen leidde tot een universeel robotplatform voor het produceren en oogsten van hoogwaardige gewassen. Er zijn demonstratierobots ontwikkeld voor het plukken van paprika’s, appels en druiven, het precisiespuiten van bestrijdingsmiddelen en sensoren voor het ontwijken van obstakels voor bosbouwmachines. Al deze robots maken gebruik van hetzelfde type modulair systeem- en softwarearchitectuur, waardoor er gemakkelijk bijvoorbeeld een andere grijper of camerasysteem kan worden gebruikt. Informatie: www.crops-robots.eu

OLYMPUS DIGITAL CAMERACropsLogo_Large

Pulsemaster heeft PEF-technologie voor aardappelverwerking

Logo_HorizontaalPulsemaster BV heeft PEF (pulsed electric field)-technologie voor het verbeteren van de verwerking in de aardappelindustrie.  De PEF-technologie maakt celwanden in korte tijd doorlaatbaar. Met deze celdesintegratie of elektroporatie is PEF voor de aardappelverwerkende industrie een goed alternatief voor thermische voorverwarming.

Hiermee wordt de traditionele preheater overbodig bij de verwerking van aardappelen tot gesneden aardappelproducten. Een betere snijkwaliteit en een efficiënter proces zijn de belangrijkste resultaten van het vervangen van de preheater door PEF-apparatuur. Zowel het water- als het energieverbruik gaat omlaag. Ook levert PEF-processing een betere uitloging van suikers op, kortere blancheer-, droog- en voorbaktijden en een lagere olieopname bij het voorbakken. Daarnaast leidt PEF-processing tot een significant lager percentage gebroken frietstaven. 

Energiezuinig, compact en hygiënisch

Het technisch verbeterde PEF-concept van Pulsemaster is energiezuiniger dan de vorige generatie. Ook geeft het een betere pulsbehandeling van de aardappelen met een compactere, modulair opgebouwde pulsgenerator. De pulsgenerator werkt in combinatie met een robuust en hygiënisch ontwerp van het transportsysteem en de PEF-behandelkamer.

Conditioner industriële systemen

Pulsemaster levert onder de merknaam Conditioner industriële systemen met capaciteiten van 1 tot 50 ton per uur per aardappelverwerkingslijn. De totale kosten op industriële schaal zijn circa 1 euro per ton voor celdesintegratie in de aardappelindustrie. PEF-technologie is een continu proces en de compacte Pulsemaster-apparatuur is makkelijk  in te bouwen in bestaande verwerkingslijnen.

 Doorbraak in foodsector

 De introductie betekent een doorbraak van PEF-processing in de foodsector.  De apparatuur is geschikt voor het verbeteren van andere droog-, snij-, pel- en persprocessen. Voorbeelden zijn het drogen van paprika en druiven, het pellen en snijden van tomaten en het persen van groente en olijven.  In de vleesverwerking leidt PEF-processing tot kortere tumbletijden.

Pulsemaster in Bladel heeft jarenlange unieke ervaring met  pulsed powertechnologie.  De gebruikte pulsgeneratoren hebben zich bewezen voor toepassingen in industrie,  onderzoek, medische sector en defensiesector. Zowel het laden als het ontladen in parallel gebeurt via een gepatenteerde technologie. Dit zorgt voor de meest effectieve en betrouwbare pulsopwekking. 

 Verdere groei in agf verwerking

 Pulsemaster wil de komende jaren verder groeien in de aardappel-, groente- en fruitverwerkende industrie en ontwikkelt in snel tempo exportactiviteiten. In het Amerikaanse Seattle/Bellevue is inmiddels een kantoor beschikbaar voor de Noord-Amerikaanse markt. Daarnaast is PEF-processing inzetbaar voor milde conservering van vloeibare voedingsmiddelen en dranken. Het pulserende elektrische veld inactiveert micro-organismen, maar laat waardevolle componenten als vitamines en eiwitten intact en functioneel. Ook voor milde conservering levert Pulsemaster complete PEF-systemen, inclusief een nieuwe generatie behandelkamers voor sappen. Informatie: http://www.pulsemaster.us

Graph2_Pulsemaster

 

 

 

 

 

 

 

Permachill koeltechniek verlengt houdbaarheid in agf-keten

Permachill koeltechniek, ontwikkeld door het Wageningse voedselinnovatie bedrijf TOP bv, koelt op een stabiele manier, waardoor overal in de koelruimte dezelfde optimale temperatuur van net boven de nul graden heerst. Hiermee blijft de kwaliteit van agf-producten langer goed en is er minder derving dan bij conventionele koeltechnieken.

,,Permachill is geschikt voor eigenlijk alle schakels in de keten van agf-producten, aangezien bij alle schakels koeling een rol speelt. Hoe stabieler de koeling door de hele keten heen is, hoe significanter de houdbaarheidsverlenging. De koeltechniek is dus geschikt voor een opslagruimte, transportcontainer, productieruimte en ook in bijvoorbeeld een transportband bij een agf-verwerker”, vertelt Dennis Favier van TOP bv.

De koeltechniek van Permachill gebruikt de wanden van de ruimte als koelelement. Hierdoor worden producten gelijkmatig gekoeld en koel gehouden. Zo is de meest optimale temperatuur haalbaar: voor veel agf-producten net boven de nul graden, zonder kans op bevriezen. Het product gaat in feite in ‘winterslaap’ en blijft daardoor dagen langer goed.

Naast kostenbesparing door minder derving en betere productkwaliteit wordt het logistieke proces flexibeler. Zo behoort gecentraliseerde productie tot de mogelijkheden en is een groter afzetgebied dus nieuwe markten en potentiele groei mogelijk. Permachill verbruikt het systeem minder energie dan conventionele koelmethoden en draagt bij aan de verduurzaming van de keten.

Bereken zelf de houdbaarheidswinst

TOP bv introduceert een bijbehorende webapp (online calculatiemethode) op www.permachill.eu. De app berekent de potentiele houdbaarheidswinst met Permachill koelen op agf producten. Zo is bijvoorbeeld het verschil te zien tussen de houdbaarheid van sla in conventionele koelopslag en bij Permachill opslag: de houdbaarheid gaat 3 dagen vooruit. Potentiele gebruikers van het systeem kunnen hiermee inzien wat het voor hun bedrijf kan betekenen.

www.permachill.eu

permachil logo v0.5

Steriliseren met pulserend licht

Voor verpakkingen dranken, zuivel en maaltijden

Het steriliseren van verpakkingen met pulserend licht trekt steeds meer de aandacht van dranken-, zuivel- en maaltijdfabrikanten. De technologie die met intense flitsen micro-organismen doodt, biedt producenten een eenvoudig en kosteneffectief alternatief voor chemisch steriliseren en bestralen.  

Lag de focus van pulserend licht eerst op het steriliseren van doppen (caps) in de drankenindustrie – hier zijn wereldwijd ruim 100 units in bedrijf – de techniek wordt nu geadopteerd door producenten van lang houdbare drinkyoghurt. “Inmiddels worden ook bekers (cups) en preforms voor zuivelproducten behandeld en maaltijdverpakkingen zijn in opkomst”, verklaart Tom Kuipers van Food Assist, de vertegenwoordiging van Waldner en Claranor pulserend lichttechnologie.

“Preforms zijn halffabrikaat verpakkingen waarvan uiteindelijk een fles wordt geblazen. Tijdens dit blaasproces wordt het grootste deel van de fles door warmte steriel. De flessenhals (preform neck) bereikt echter niet de hoge temperatuur en vormt dan nog een mogelijke bron van besmetting. Dit terwijl het sluiten van verpakkingen tijdens het proces een kritiek punt vormt in het kader van voedselveiligheid, houdbaarheid en de logistieke keten. Met de pulserend lichtsterilisatie kan de preform neck in-lijn effectief worden ontsmet”.

Korte procestijd

Twee pulserend licht-units zijn operationeel bij een Nederlandse zuivelfabrikant.  Kuipers: ”De sterilisatie-units zijn geïntegreerd in bestaande cup-fillers. Hiermee kan nu zonder conserveringsmiddel worden geproduceerd. De bekers worden dus ontsmet voordat ze met product worden gevuld. Om vervolgens nabesmetting door de lucht tegen te gaan is over de machine een “clean air flow” gecreëerd. Ook van belang zijn de energiebesparing en een korte procestijd zodat deze geen invloed heeft op de lijnsnelheid. Afhankelijk van de te ontsmetten verpakking – dop, beker, of folie – kan het aantal lampen en het te gebruiken aantal flitsen worden aangepast en een pulserend lichtoplossing “op maat” worden bepaald”. 

De technologie operationeel bij onder meer het Franse zuivelbedrijf l’Armoricaine Laitière voor het steriliseren van flesdoppen voor drinkyoghurts op een Serac verpakkingslijn. De doppen gaan met een capaciteit van 22.000 stuks per uur op de 28 tot 35 dagen houdbare drinkyoghurts in 180 grams flessen.  Het Duitse Weissenhorner Molkerei, producent van biologische zuivel, koos voor de 250 en 500 grams cups voor pulserend lichtsterilisatie in plaats van chemische H2O2-behandeling omdat er geen water en chemische middelen worden gebruikt en de unit veilig, compact en energiebesparend is. Leverancier Waldner installeerde een vierbaans lijn met daarboven 2 x 2 lampen met 1 tot 3 flashes per cup met een logreductie van ruim 4,2. De capaciteit ligt op 12.000 cups per uur. De houdbaarheid is 60 dagen voor zure producten en 50 dagen voor neutrale zuivel.  

Nieuwe en bestaande proceslijnen   

Een unit voor pulserend licht is inzetbaar op nieuwe machines. De ontsmetting van verpakkingen zoals bekers wordt in de lijn geplaatst voor het afvulproces, zodat het product in een schone verpakking wordt afgevuld. Caps (doppen) en lids (deksels) worden ontsmet voor het aanbrengen van de dop op de fles. Bij preforms (halffabrikaat verpakking) staat de unit voor het blaasproces. Omdat de unit weinig ruimte inneemt is hij ook in te bouwen als retrofit in bestaande machines en proceslijnen die hier in eerste instantie niet voor zijn ontworpen. “Een fabrikant kan op deze manier “preservative free” – met een geringe investering vergeleken met een nieuwe afvullijn – op een bestaande productielijn produceren”, aldus Tom Kuipers.  

Voor ultra clean of high-acid aseptic 

Pulserend lichtsterilisatie is geschikt voor ultra clean productielijnen of voor “high-acid aseptic” verpakkingsprocessen. “En in algemene zin voor alle processen waar het conventionele UV-licht wordt toegepast, met een duidelijke meerwaarde en wel zodanig dat chemisch ontsmetten tot log 3 tot soms log 5 wordt geëvenaard op de meest resistente bacteriën en schimmels”, aldus Kuipers.  “De houdbaarheid van een product is zo sterk als de zwakste schakel”, stelt hij. ”Bij sommige producten is het wellicht ook zinvol om van hot-fill over te stappen naar cold-fill. Dat maakt de totale intensiteit van de hittebehandeling minder en dus de productkwaliteit beter”.

Extra productzekerheid

Enkele gebruikers van pulserend licht hebben de techniek gekozen uitsluitend als extra zekerheid vertelt Kuipers. “Het product vereist in die specifieke lijnen geen extra behandeling, maar merkreputatie is kostbaar en omdat de techniek relatief goedkoop is in gebruik is die extra productzekerheid de investering waard”. De aanschafkosten voor pulserend lichtontsmetting ten opzichte van de huidige sterilisatietechnieken zijn grofweg te vergelijken met de kosten voor de hardware voor chemisch ontsmetten. De gebruikskosten zijn echter lager. De kosten voor het behandelen van de cupjes bij de Nederlandse fabrikant zijn berekend op € 0,16 per 1000 cups – inclusief afschrijving van de investering in drie jaar.  

Alternatief voor chemisch ontsmetten 

Pulserend lichtsterilisatie van verpakkingen vormt als kosteneffectieve, droge en compacte ontsmettingstechniek een alternatief voor chemisch ontsmetten en UV-licht ontsmetting van cups, doppen, folie en preforms voor flessen. Het steriliseren verloopt zonder chemische middelen en hitte en is milieu- en energievriendelijk. Het piekvermogen is 1 Megawatt, maar omdat al dit vermogen gedurende een korte lichtflits wordt toegepast is het totale energieverbruik gering. Er komen geen residuen in het product bij deze oppervlaktebehandeling. Ondanks de hoge energieintensiteit van 1 Megawatt wordt het plastic niet aangetast. Testen hebben aangetoond dat er geen migratie van schadelijke stoffen plaatsvindt en eigenschappen als hittesealbaarheid niet worden aangetast. Ontsmetten met een koude techniek als pulserend licht is  – in tegenstelling tot warm chemisch ontsmetten  – ook geschikt voor verpakkingen van bioplastics die veelal slecht hittebestendig zijn.

Ontsmetten met pulserend licht: de technologie

Pulserend lichtsterilisatie is in feite het bacteriedodende effect van intense flitsen van licht van xenon lampen. De lampen geven gedurende 300 microseconden een zeer intense lichtflits (het gehele spectrum) met een hoog UV-gehalte. Dit doodt micro-organismen en ook sporen op oppervlakken. Dat komt door het effect van de UV-stralen. Deze hebben een denaturerend effect op enzymen, proteïne en DNA van micro-organismen. De korte intense flits zorgt voor een biochemische reactie met een hogere temperatuur en druk in de cellen. De energie van de lamp en de duur van de flits is 300 J/0.3 ms = 1 MW.

Claranor is leverancier in decontaminatie van – vooralsnog – verpakkingsmateriaal. Er zijn andere applicaties in onderzoek waaronder toepassing op voedingsmiddelen. Dit betreft zowel oppervlaktebehandeling als behandeling van UV-doorlaatbare vloeistoffen. Claranor en Waldner worden in Nederland vertegenwoordigd door Food Assist.  Informatie: www.foodassist.nl                      

 

 

 

 

 

« Nieuwere berichten

 

  Kennis- en innovatieplatform voor de agrifoodketen ©2025 Ria Besseling