Agrifoodclicks

Nederland gaat straks meer eten en drinken buiten de deur

Nederland gaat straks  een inhaalslag maken met eten en drinken buiten de deur, waardoor een groot deel van de foodsector, waaronder de horeca, zich na de coronacrisis zal herstellen. Mits er geen grote economische crisis komt, compenseren Nederlanders de komende jaren het gebrek aan uitjes buiten de deur door nog meer buitenshuis te eten en drinken en per persoon meer te besteden.

 Dat concludeert het FoodService Instituut Nederland, dat sinds 2003 consumentengedrag en de foodmarkt monitort, in de Beleidsmonitor 2021-2025 die onder meer is gebaseerd op een onderzoek onder 6000 mensen. De inhaalslag begint naar verwachting deze zomer al. Het ‘inhaaleffect’ is dan nog sterker dan bij de versoepelingen in 2020. Een groot deel van de foodbranche zal zijn teruggegroeid naar het oude niveau in 2023. Dat geldt echter niet voor alle foodbedrijven. Bedrijfscatering blijft het bijvoorbeeld naar verwachting moeilijk hebben. Eet- en drinkgelegenheden buitenshuis hebben dan ook bijna 7,7 miljard euro aan omzet ingeleverd in 2020. De crisis zal de komende jaren voor meer bedrijven en ondernemers voelbaar blijven.

 Terras is een voordeel

FSIN ziet met name herstel voor horeca en gemakswinkels. “Restaurants, cafés en locaties met een terras hebben net als pretparken en andere leisureplekken een duidelijk voordeel”, legt FSIN directeur Inga Blokker uit. “Zij kunnen zich onderscheiden met iets wat we zo lang hebben gemist: gezelligheid. Genieten en beleving zijn belangrijker dan ooit voor consumenten. Met name jongere generaties zijn bereid daar geld aan uit te geven. Ook alternatieven voor zelf koken, zoals bezorging en kant-en-klaarmaaltijden, blijven belangrijk nu de gejaagde samenleving weer op gang komt.”

Voor klassieke horeca, zoals restaurants, cafés en hotels, wordt het dit jaar beter dan in 2020, maar is de omzetschade nog steeds groot. Uit de analyse van het FSIN blijkt dat de horeca het niveau van voor de crisis zelfs kan ontstijgen, met een totale omzet van 12 miljard euro in 2025. In 2019 was dit nog 10,7 miljard euro. De zakelijke horecamarkt en eetgelegenheden op stations en luchthavens hebben meer tijd nodig om op te krabbelen, heeft het FSIN berekend. Catering heeft te maken met structurele krimp en zit in 2025 nog maar op 84 procent ten opzichte van 2019.

 Consument geeft meer uit

Het snelle herstel is voor het belangrijkste deel afhankelijk van hoeveel consumenten bereid zullen zijn uit te geven. Het FSIN verwacht dat Nederlanders zullen vieren dat ze eindelijk weer buiten de deur mogen eten en dat de stijgende lijn van vóór corona zal worden doorgezet. De gemiddelde Nederlander gaf in 2015 3075 euro uit aan voedings- en genotmiddelen als snacks en alcohol. In 2019 steeg dat naar 3465 euro. Een plus van 12,7 procent in vier jaar tijd. In het coronajaar 2020 zakte die besteding per jaar naar gemiddeld 3230 euro per Nederlander. Tot en met 2025 verwacht het FSIN toch weer een forse groei naar gemiddeld ruim 3800 euro per hoofd van de bevolking, een stijging van bijna 19 procent in vijf jaar tijd.

 FSIN verwacht dat zodra de horeca verder opengaat een deel van de in coronatijd gegroeide thuis-uit-eten-omzet terugvloeit naar echt buiten de deur eten. Een deel van de thuis genieten-behoefte blijft ook na corona. Het inmiddels uitgebreide aanbod vanuit horeca en retail, het ingeburgerde bestellen via delivery-apps en de prijs die voor een deel van de Nederlanders een belemmering is om uit eten te gaan, spelen een belangrijke rol. Ook vinden oudere generaties uit eten gaan vaak te duur en is thuis ‘uit eten gaan’ een veilige, gezellige en goedkope optie.

Herstel is wankel
Door overheidsmaatregelen gaf de consument over heel 2020 6,6 procent minder uit dan in 2019, blijkt uit cijfers van het Centraal Planbureau. Blokker: “Voor veel ondernemers is het vooruitzicht op herstel positief nieuws, maar het zal zeker niet vanzelf gaan. Een groot deel van de foodsector komt uit een ongekend moeilijke periode. Afhankelijk van de corona-aanpak de komende tijd is een gedeeltelijk herstel snel mogelijk, maar niet iedereen gaat het redden. De uitgestelde betaling van huur, belasting en aflossing hangt als een molensteen om de nek van bedrijven. Een deel van de ondernemers gaat failliet of geeft zijn bedrijf voortijdig op omdat ze door al hun reserves heen zijn. Voor velen moet de klap nog komen.”

 De impact van de crisis werkt door in de Nederlandse winkelstraat. “Horeca en detailhandel zijn zwaar getroffen”, aldus Blokker. “Er dreigt meer leegstand en verschraling. Veel mensen verliezen hun baan. De werkloosheid treft ook de jongere generaties met tijdelijke contracten en bijbaantjes, die bereid zijn meer te besteden aan genieten en gemak. Zolang het virus niet onder controle is, blijft de onzekerheid in de samenleving groot. Dat maakt het herstel van de economie en dus ook de foodsector wankel, zowel in Nederland als daarbuiten.”

 

 

  Kennis- en innovatieplatform voor de agrifoodketen ©2024 Ria Besseling