De beste kwaliteit pootaardappelen komt in de nabije toekomst van het land na teelt met hulp van hightech, dataverwerking en drones. Met deze technieken gaat het nieuwe POP-3-project Precisietechnologische ontwikkeling in pootaardappelen de optimale teelt onderzoeken. In het project dat bij Loonbedrijf Sturm Jacob in Wieringerwerf werd gepresenteerd, wordt gerichte cameravision technologie ontwikkeld en in praktijk gebracht. Het project is nu een jaar op weg.
Een deel van het team dat de optimale teelt onderzoekt in het POP3 project Precisietechnologische ontwikkeling in pootaardappelen. V.l.n.r. Toon Tielen (WUR), twee studenten van AERES Dronten, een van WUR en rechts Koen van Boheemen, technisch onderzoeker precisielandbouw & smart farming van WUR. Het team voerde op het bedrijf van Koen van Boheemen in Nagele de eerste veldtesten uit met een proefopstelling op een aardappelrooier. (foto: Green Campus Amsterdam)
Het projectteam met daarin telers Mts. Henk Geerligs in Anna Paulowna en Leendert Koolen van VOF Poldergoed in Wieringerwerf wil de technieken in de komende twee jaar in de praktijk testen en uitontwikkelen. Vervolgens kan een ontwikkelaar en distributeur van machines de resultaten van het project doorvertalen naar de hele sector. In het team zijn verder vertegenwoordigd Greenport Noord Holland Noord, AERES Hogeschool Dronten, Universiteit van Amsterdam, Wageningen Universiteit en Amsterdam Green Campus.
Opbrengst per strekkende meter
Hightech, dataverwerking en drones moeten straks de productierisico’s in de teelt beter beheersen, het teeltresultaat per strekkende meter aardappelrug meten en daarmee lokale teeltvoorwaarden achterhalen. De technieken ondersteunen de pootaardappelteler om de optimale teelt van het land te halen.
De nieuwe technieken betekenen een forse stap naar voren in de pootaardappelteelt. “Voor rooivruchten zoals de pootaardappel zijn in het verleden oplossingen ontwikkeld, maar deze zijn nu gedateerd. De pootgoedteler heeft nog geen volledig inzicht in de opbrengstvariaties per strekkende meter”, constateren projectleider Niek Persoon van Amsterdam Green Campus en Koen van Boheemen van WUR. De huidige bruto opbrengstmeting wordt uitgevoerd met een weegcel, betreft alleen bruto gewicht, is niet kwantitatief en is op zandgrond weliswaar redelijk betrouwbaar, maar op kleigrond lastig. Het signaal is bovendien schokkerig en leren is beperkt mogelijk. Voor de toekomstige meting is herkenning nodig van iedere gerooide vrucht, het tellen en vorm bepalen voor schatting van maat en gewicht. Dan volgt detectie van tarra zoals kluiten en mollen waarna het gewicht kan worden geschat.
Proefopstelling op aardappelrooier
In dit eerste jaar van het project is er in het project een proefopstelling in het lab gemaakt onder semi-applicatie condities. “Daarbij zijn verschillende cameraopstellingen uitgetest en dat heeft geleid tot een geschikte combinatie die in de vervolgfase in het veld kan worden uitgetest”, vertellen Van Boheemen en Persoon.
“Het is ons gelukt om nu tijdens de aardappeloogst een eerste proefopstelling op een aardappelrooimachine uit te testen onder praktijkcondities. De opstelling maakt gebruik van computer vision cameratechnieken om de gevraagde meetgrootheden van de geoogste aardappelen te bepalen. Hierbij geeft de opstelling informatie over de netto-opbrengst, het knolaantal en de maatvoering van de geoogste aardappels en dat gekoppeld aan GPS coördinaten per strekkende meter”, aldus de projectleider over de eerste veldtesten die het team onlangs uitvoerde op het bedrijf van Koen van Boheemen in Nagele.
Met data naar opbrengst per hectare
Pootaardappelen verschillen in kwaliteit, ook al komen ze ogenschijnlijk uit dezelfde koude grond. Het POP-project zet een systeem op waarmee teler zijn teeltopbrengst per strekkende meter inricht en per hectare kan bepalen. Data spelen daarin een centrale rol. Met die informatie kunnen akkerbouwers onder andere de plantafstand plaatsspecifiek variëren en toewerken naar een uniformer knolaantal over het hele perceel. Deze opzet maakt de route vrij naar verdere teeltoptimalisatie. De precisietechnologie ondersteunt de teler om te sturen op een hogere opbrengst, beter bodembeheer en het voorkomen van inefficiënt gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
Aanpak met tussenresultaten
De uiteindelijke proefopstelling komt tot stand via een aantal tussenresultaten waaronder projectorganisatie en initiële specificities, literatuuronderzoek en marktscan van toepasbare technieken, ontwerp van vision software zoals integratie sensor aan software voor voorgrondsegmentatie, individuele knolsegmentatie en GPS plus een proefopstelling onder simulatie ofwel labcondities. Volgend jaar vinden de tweede veldtesten plaats. Daarna volgen het uitwerken van de resultaten van de praktijktesten en het vaststellen van eindspecificaties. Het project wordt afgerond met de organisatie van een demo- en informatiedag voor de sector.