Boeren kunnen op termijn in de regio machines gras laten verwerken voor gebruik op het eigen bedrijf of voor nieuwe producten voor gericht voedermanagement die Grassa samen met Fransen Gerrits ontwikkelt. Veehouders kunnen door bioraffinage de samenstelling van het voer beter afstemmen op de behoefte van de dieren.
Grassa wil samen met het mengvoederbedrijf in Erp de bioraffinage van gras verder opschalen tot veevoerproducten. Eind dit jaar worden de eerste producten voor gericht voedermanagement verkrijgbaar. “Het gaat om een graseiwitconcentraat voor toepassing in bijvoorbeeld pluimveevoeders of in krachtvoer voor melkvee, een ingekuild grasvezelproduct voor rundvee en een prebioticum rijk aan fructose oligo-sacchariden voor toepassing in voeders voor jong vee en petfood”, aldus Peter van Paridon, ceo van Grassa.
“Het graseiwitconcentraat ofwel eiwitfractie vanuit gras heeft een mooi aminozuurprofiel en een verteerbaarheid die vergelijkbaar is met soja eiwitconcentraat. Deze stroom is daarmee erg geschikt voor bijvoorbeeld pluimveevoeders en biggenvoer, maar hij kan ook worden teruggevoerd via het rantsoen van de melkveehouder”, verklaart Jan van Haperen, hoofd Nutritie van Fransen Gerrits.
“Verder komt er vezelkoek ofwel vezelfractie in balen of eventueel in de nabije toekomst in brokvorm op de markt. Een perfecte grondstof om structuur aan te vullen in rantsoenen voor met name herkauwers.”
“Veehouders kunnen door bioraffinage de samenstelling van het voer beter afstemmen op de behoefte van de dieren. Daarnaast kunnen we lokaal goed verteerbaar non-GMO eiwit produceren waarmee soja uit Zuid-Amerika kan worden vervangen”, reageert Van Paridon op de vraag wat de boeren hebben aan gerichter voeren.
FOS, de derde stroom die uit de raffinage voor veevoer beschikbaar komt, is met name sap van het gras met een hoog aandeel aan fructo-oligosacchariden. Deze hebben een prebiotische werking in de darmen van bijvoorbeeld jonge biggen of in producten voor petfood.
(Beeld: MacMonagle-macmonagle.com)
Bioraffinage: antwoord op VLOG en Kringloopwijzer
Lokale boeren kunnen nu zelf gras voor bioraffinage aanleveren bij de verwerkingslocatie van Grassa in Holwerd. Gras verwerken kan op termijn regionaal met kleinschalige machines, verwacht Van Paridon. Het product is dan bestemd voor gebruik op eigen bedrijf of voor nieuwe producten voor gericht voedermanagement die Grassa samen met mengvoederbedrijf Fransen Gerrits ontwikkelt.
“Er komen nogal wat vragen op melkveehouders af vanuit onder meer afnemers, retail en overheid als het gaat om het voeren van de koeien. Denk aan VLOG, de Kringloopwijzer, maar daarnaast ook aan een mogelijke verschuiving naar grondstoffen vanuit EU-28 en 65 procent van eigen bodem”, aldus Jan van Haperen.
“Door zoveel mogelijk gras van eigen bodem – in wat voor vorm dan ook — in rantsoenen te kunnen voeren geeft dat voordelen en kunnen veehouders voor het grootste deel aan deze vraag voldoen. Door grondstof in meerdere fracties uit elkaar te trekken en gerichter weer in te zetten kunnen zij daarnaast een plus bereiken qua stikstof- en fosforefficiëntie.”
Raffineren in eigen regio
“Lokale boeren kunnen zelf gras aanleveren bij de Grassa verwerkingslocatie in Holwerd, geeft de ceo aan. “Uiteindelijk zullen wij met relatief kleinschalige machines regionaal gaan verwerken.”
“Op deze manier kan een melkveehouder er bijvoorbeeld voor kiezen om een aantal hectare van het totaal grasareaal te raffineren en de rest bijvoorbeeld in te kuilen. Hij kan er ook voor kiezen om de latere snedes te raffineren om toch meer voedingswaarde ook uit deze snedes te kunnen halen”, aldus Van Haperen.
Grassa gaat eind dit jaar de eerste commerciële volumes leveren met een installatie die ongeveer 4 ton gras per uur verwerkt. Begin volgend jaar zal dat worden uitgebreid tot 12 ton per uur en daarna zal snel verder worden opgevoerd, voorziet Van Paridon.
Bijdragen aan circulaire economie
Het mengvoederbedrijf in Erp heeft volgens de ceo van Grassa de mogelijkheden van bioraffinage voor een bijdrage aan de circulaire economie vroeg ingezien en besloten mee te investeren in Grassa. “Daarnaast zal Fransen Gerrits als eerste mengvoederfabrikant de Grassa producten gaan toepassen. De nauwe samenwerking met een belangrijke speler in de mengvoederindustrie zal essentieel zijn voor de snelle groei van Grassa.”
“Vanwege de ontwikkelingen die wij waarnemen in de markt zijn wij op zoek gegaan naar goede alternatieve eiwitbronnen binnen Noordwest-Europa. Gras is nog altijd een van de meest efficiënte eiwitbronnen in deze regio. Met name de mogelijkheid voor een bijdrage aan circulaire economie door het terug voeren van grondstoffen naar melkveehouders was voor ons een argument om ons hier verder in te verdiepen.”
Van Haperen: “Naast het participeren in Grassa bestaat de rol van ons met name in de nutritionele verwaarding en ook in eerste instantie afname van de producten. Zoals gezegd kunnen we eiwitconcentraat en de fructo-oligosacchariden gedeeltelijk inzetten in onze biggenvoeders. Daarnaast kunnen wij als Victoria Mengvoeders, onze merknaam voor rundveevoeders, dit concept aanbieden aan onze melkveehouders. Op deze manier helpen wij hen vooruit met het invullen van vragen vanuit afnemers en overheid. Daarnaast kunnen we er mede op deze manier voor zorgen dat melkveehouders positief scoren op stikstof- en fosforefficiëntie.”
Grassa, gevestigd op het Bio Treat Center in Venlo, kreeg samen met co-investeerders Fransen Gerrits, het LIOF Brightlands Venture Partners en de aandeelhouders een financiering van € 2 miljoen voor het project voor de opschaling tot veevoerproducten.
Ook uit groenteresten
“Plantaardig eiwit en vezel zijn ook in humane voeding essentieel. Grassa heeft al eerder aangetoond dat eiwit uit spinazie of kool uitstekend kan worden toegepast in een vleesvervangend product als groentenuggets. In deze fase is onze commerciële focus primair gericht op toepassing in diervoeding, maar daarnaast zal de ontwikkeling van producten en toepassingen voor humane voeding doorgaan” zegt Van Paridon over de plannen van Grassa richting voedingsindustrie.
Zo zette Grassa samen met Proverka en Dalco een keten op om groentenuggets met eiwitconcentraat uit groenteresten op de markt te brengen. Proverka verzamelt en verwerkt groentereststromen tot onder meer sappen en Dalco is gericht op de productie van maaltijdcomponenten uit reststromen. Concrete andere producten zijn nog niet uitgewerkt. Wel is het plantaardig eiwitconcentraat een geschikt alternatief voor dierlijk eiwit in verwerkte producten als soepen en sauzen.