Stal van de Toekomst werkt aan innovaties voor energieneutrale en duurzame varkenshouderij
Ria Besseling
Beeld: De Hoeve Innovatie
Met de Stal van de Toekomst brengt De Hoeve Innovatie de laatste innovaties binnen de Keten Duurzaam Varkensvlees voor het voetlicht. Het bedrijf in Valkenswaard werkt aan oplossingen voor een energieneutrale en duurzame varkenshouderij. Het doel: ondernemen met gezondere dieren en een hogere opbrengst zonder directe schaalvergroting.
Dagontmesting verlaagt emissie
Een van de innovaties richt zich op het verbeteren van milieu en dierenwelzijn. Het doel is de ammoniakuitstoot met 85 procent en de geurvorming met 70 procent terugdringen. De innovatie komt tegemoet aan de wens van de provincie Noord-Brabant dat de stallen al over drie jaar moeten voldoen aan de nieuwste milieueisen.
De Stal van de Toekomst werd hiervoor ingericht met een betonnen stalvloer met koeling in de vloer. De mest van de varkens verdwijnt in goten die dagelijks worden geleegd in de monovergister op De Hoeve. De energie die vrijkomt na het omzetten van methaan tot biogas wordt weer op het bedrijf gebruikt.
Uit de pilots blijkt dat er met 1 kuub dagverse mest tot 40 kuub biogas kan worden omgezet. Dagelijks ontmesten is een van de maatregelen om de ammoniakuitstoot in de stal te verlagen en een bruikbaar alternatief voor gebruik van een luchtwasser. De monovergister is in deze optioneel
De nieuwe stalconcepten worden momenteel getest op vier Brabantse varkenshouderijen. Eric van Zutphen in Veghel heeft gespeende biggen in stallen en kraamstallen met dagontmesting. Aandacht voor dierenwelzijn en ook dagontmesting moeten hier volgens de pilot leiden tot gezondere dieren en een hogere opbrengst.
Erwin van der Wielen houdt zich bij Tewi Agro in Vinkel in het Praktijkonderzoek Dagontmesting bezig met onderzoek naar het welzijn van gespeende biggen.
Ook op het bedrijf van Piet en Rob van der Zanden in Volkel loopt een onderzoek naar dagontmesting bij de guste en dragende zeugen, kraamzeugen, gespeende biggen en vleesvarkens. De varkenshouders zien dat een goed stalklimaat positief is voor de vleeskwaliteit.
Hans Verhoeven in Valkenswaard neemt als demonstratiebedrijf binnen de Keten Duurzaam Varkensvlees deel aan alle proeven voor de nieuwe stalconcepten. Medio volgend jaar komen de resultaten van de eerste metingen op de locaties naar buiten. “De metingen laten tot nu toe zien dat het concept doet wat ervan verwacht wordt. Het definitieve resultaat is bekend na een jaar lang meten”, aldus Marion Kunstt-Verhoeven. De innovatieve stalsystemen moeten straks in nieuwe en bestaande stallen kunnen worden ingevoerd. Staan hiervoor al locaties van varkenshouderijen in de planning? Marion Kunstt-Verhoeven: “Er is veel interesse bij varkenshouders. Als de metingen uitgevoerd zijn kan een ieder concreet de aanvraag indienen”.
Dierenwelzijn
Een beter dierenwelzijn wordt eveneens onderzocht via pilots met een langere verblijfsduur van de biggen bij de zeug. Daarnaast moet een nieuw hogedruk drinkwatersysteem met minder risico op bacteriën leiden tot een betere gezondheid van de varkens. Hoe het dierenwelzijn verder kan worden verbeterd wordt onderzocht met het achterwege laten van het staarten couperen.
De innovatieve systemen worden ontwikkeld met steun van de provincie Noord-Brabant die 2,6 miljoen euro beschikbaar stelde. Ook WUR, ministeries, de gezondheidsraad, waterschappen en andere experts zijn betrokken bij het project om de varkenshouderij te verduurzamen.
Marion Kunstt over de plannen op langere termijn met de Stal van de Toekomst: “We willen varkenshouders helpen verduurzamen door de big data die beschikbaar komen met de RFID-oormerken, te vertalen in handzame tools. Dit om het management te verbeteren en te laten zien wat een goed stalsysteem hieraan bijdraagt”. Het belangrijkste onderscheid in duurzaamheid in de markt van korte ketenconcepten volgens Marion Kunstt: “Gezondheid is de basis, kennisuitwisseling de oplossing”. Het accent in de varkenshouderij van de toekomst ligt volgens haar op “gezamenlijk de markten benaderen, kennis gezamenlijk ontwikkelen en delen en op een gezonde omgeving en gezonde dieren”.