De landbouwbegroting voor 2019 van het nieuwe ministerie van LNV brengt veel discussie over ketens en goede prijzen voor de boer op gang, verwacht het CBL. Volgens de supermarktorganisatie zijn die ketens vaak ingewikkelder ingericht dan wordt gedacht. Supermarkten hebben voor het grootste deel geen invloed op de prijs die een boer krijgt voor zijn producten.
Supermarkten stellen duidelijke eisen aan hun leveranciers. Alle producten voldoen aan alle wettelijke eisen. Daar bovenop werken supermarkten ook met bovenwettelijke eisen voor hun leveranciers. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het gebruik van extra kwaliteitskeurmerken. Als het product ook voldoet aan deze bovenwettelijke eisen, kan het een keurmerk krijgen. Hoog scorende keurmerken zijn bijvoorbeeld Beter Leven Keurmerk, Fairtrade, ASC, MSC, UTZ, Milieukeur en Weidezegel.
“Vaak wordt de voedselketen voorgesteld als een zandloper, met in het midden slechts een handje vol supermarkten die allesbepalend zouden zijn”, vertelt Marc Jansen, directeur CBL. “Wij hebben voor een aantal ketens in beeld gebracht hoe de volumestromen lopen. Hieruit blijkt weer eens hoeveel de Nederlandse land- en tuinbouwsector exporteert. Op die hoogwaardige kwaliteitsexport is iedereen trots, ook wij. Maar Nederlandse supermarkten hebben hier voor zowel prijs- als kwaliteitseisen geen enkele invloed op.”
Zes ketens in beeld: export produktstroom domineert
Het CBL bracht zes ketens in beeld de appelketen, eierketen, tomatenketen, uienketen, varkensketen en zuivelketen. In deze laatste keten komt 30 procent van de totale productstroom van zuivelproducten in Nederland in de supermarkt terecht. Het overige aandeel betreft export. De zuivelketen heeft tevens een grote reststroom, zoals wei uit kaasproducten. Van varkensvlees wordt ruim 80 procent geëxporteerd, van uien bijna 100 procent en van tomaten ruim 90 procent.