Agrifoodclicks

Urban Ponics teelt verticaal groenten en kruiden

Urban Ponics teelt groentes en kruiden verticaal met wortels die in de lucht groeien en gevoed worden met voedingrijke nevel. De waterdamp is verrijkt met een humusextract, afkomstig uit de Amazone, aldus De Telegraaf.

Urban Ponics 43691872_239858340043963_7363547719039713280_n

Laurens Trebes ontwikkelde de innovatieve teeltmethode vanuit zijn ervaringen in Venezuela waar hij jaren ondernam. Hij heeft een fabriek in Venezuela waar hij water uit de Amazone filtert. „We halen het water uit de rivierdelta vlak bij zee. Dit brakke water zit vol met voedingsstoffen. Het door Urban Ponics ontwikkelde humusextract bevat meer dan negentig mineralen en spoorelementen. Het komt in gedroogde vorm naar Nederland.

„Met 100 kilo extract kan ik een jaar vooruit. We lossen het op in water, waarna het in de vorm van nevel wordt opgenomen door de plantenwortels. Onze groentes bevatten daardoor veel meer mineralen dan traditioneel gekweekte groentes”, aldus Trebes die erop wijst dat door de intensieve landbouw de Hollandse grond juist heel arm is aan mineralen. „Dat wordt aangevuld met kunstmest, maar dat bevat alleen twaalf mineralen die voor de groei van de plant van belang zijn.”

Meer smaak

Mineralen als jodium en selenium ontbreken in veel groentes. Hij durft dan ook te beweren dat consumenten die ’zijn’ producten eten minder groente nodig hebben, omdat die gezonder zouden zijn. Ook zit er volgens hem aan de in de lucht gekweekte groentes meer smaak: „Daarnaast hoeven wij geen gebruik te maken van bestrijdingsmiddelen en is ons watergebruik 95% lager ten opzichte van traditionele methoden.”

De bladgroentes van Urban Ponics, waaronder snijbiet, rucola en Chinese broccoli, zijn verkrijgbaar bij de biologische supermarktketen Marqt, horecagroothandel Hanos en maaltijdbox De Krat. De groentes worden met wortel en al verkocht. Dit zorgt er volgens Trebes voor dat ze langer vers blijven. In Nederland richt Urban Ponics zich op consumenten die bereid zijn te betalen voor gezonder en smaakvoller eten. In de toekomst wil de ondernemer zijn methode ook introduceren in landen met waterschaarste, aldus De Telegraaf.

Nutritional Concepts Lab verwerkt agf tot gezonde gepersonaliseerde voeding

Het Nutritional Concepts Lab in Venlo verwerkt groenten en fruit tot voeding. Uitgangspunt hierbij is dat de bioactieve stoffen die in het uitgangsmateriaal aanwezig zijn behouden blijven. Deze stoffen hebben een preventieve werking op de weerstand tegen de verschillende welvaartsziekten.

De R&D faciliteit, een van de nieuwe onderzoekslaboratorium op de Brightlands Campus in Venlo, ontwikkelt innovatieve mixen die worden ingezet in de humane interventietest met Universiteit van Maastricht. Doel van het onderzoek is het wetenschappelijk aantonen dat de verschillende bio actieve stoffen specifiek weerstandverhogende effecten genereren tegen diverse welvaartsziekten. Uiteindelijk leveren ze in de praktijk toekomstig een bijdrage aan het gezond ouder worden.

Brightlands Campus Greenport Venlo i275411Brigh10_519234505142964_589323410790596109_n 

De nieuwe R&D locatie op de Brightland Campus is een installatie van 10 meter hoog die regionale groenten en fruitproducten bewerkt waarbij de gezonde inhoudsstoffen behouden blijven.

De installatie is een aanscherping van de  Smoodtechnologie die Henri Michiels zo’n vijf jaar geleden ontwikkelde. De voormalig directeur en aandeelhouder van machinefabrikant Dinnissen ontwikkelde Smood, een voedingsconcept ontstaan vanuit de basisgedachte dat verse producten zoals groenten en fruit gezond, maar tegelijkertijd beperkt houdbaar zijn. De Smoodtechnologie maakt deze versproducten  langer houdbaar, terwijl vitaminen en andere gezonde bestanddelen behouden blijven.

De installatie in het Nutritional Concepts Lab biedt de volgende gecontroleerde processen: mengen, drogen en coaten. Het proces vindt geconditioneerd plaats via een vacuüm coatingtechnologie en door op een lage temperatuur te processen. Door het proces onder de 40°C te houden behoudt het product smaak, vitaminen en andere voedzame stoffen en blijven deze beschikbaar in het eindproduct. De bewerkte producten zijn ongeveer een jaar houdbaar.

‘’Het proces heeft vele manieren van bereiden van producten: separaat of in combinatie, met over- en onderdruk en verwarmen via wokken, au bain marie en dergelijke’’, vertelt directeur Raymond Nolet van Mifood die de procesinstallatie beheert.

‘’Het verwerken van groente en fruit met behoud van bio actieve stoffen tot voeding met een preventieve werking heeft gezondheidseffecten op mensen met diabetes, hart- en vaatziekten en bepaalde kankersoorten”, aldus Nolet. De producten zijn leverbaar in pearls met een stevige lading groente en fruitbestanddelen en zonder toegevoegde suikers. Ook geëxtrudeerde producten met een gezonde coating als basis voor diverse producten zoals over de salades en in soepen en maaltijden zijn mogelijk.

Zelf testen

 Geïnteresseerde voedingsmiddelenfabrikanten kunnen zelf testen in het NCL of er hun eigen producten aangevuld met de Dinnissen technologie Iaten vervaardigen. Productieruns zijn mogelijk tot 100 kilo per batch. Raymond Nolet: “Onze faciliteit is tweeënhalve dag per week beschikbaar voor bedrijven die willen innoveren. Zij worden begeleid door ons team van operators”.

De producten worden na de R&D fase in Venlo op de werking en effecten van de bioactieve stoffen getest in de labs in Venlo. Daarnaast worden bij UM in Maastricht humane interventietesten uitgevoerd. Er start een drie jarig onderzoek onder 200 consumenten naar de gezondheidseffecten van de groenten- en fruitmixen.

De vier campussen van Brightlands zijn een initiatief van de provincie Limburg, verschillende Limburgse onderwijsinstellingen, Maastricht UMC+ en bedrijven in de regio.

Het nieuwe Nutritional Concepts Lab is het tiende onderzoekslaboratorium op de Brightlands Campus in Venlo. Er zijn tot nu toe 52 bedrijven en instellingen gevestigd op de locatie.

Air Products verrijkt verpakte voeding met natuurlijke aroma’s

 
   

Air Products introduceert Freshline Aroma MAP, een systeem dat natuurlijke aroma’s zoals essentiёle oliёn in de verpakking injecteert gelijktijdig met het modified atmosphere packaging gas (MAP). Er zijn geen bijkomende productiestappen noodzakelijk.

 Aroma-MAP-CMYK

Met dit innovatieve systeem biedt Air Products fabrikanten van voedingsmiddelen een nieuwe manier om natuurlijke aroma’s aan verpakte voedingsmiddelen toe te voegen en zo de zintuiglijke ervaring van consumenten te verbeteren. Dit kan toekomstig koopgedrag gunstig beïnvloeden. Deze technologie heeft ook potentie om de verspilling van voedsel tegen te gaan en vermindert het risico op het terugsturen van niet-verkochte producten. Het gebruik van specifieke essentiële oliën kan – vergeleken met standaard MAP – de houdbaarheid van het product verlengen.

Inspelen op zintuiglijke marketing

De natuurlijke essentiёle oliёn of aroma’s, die met het Freshline Aroma MAP-systeem in de verpakking geïnjecteerd worden, komen tegemoet aan de stijgende vraag naar Clean Label ingrediënten. Het toevoegen van geuren die emoties triggeren helpt voedingsbedrijven om een emotionele band met hun klanten te creëren. Zintuiglijke marketing is de laatste jaren sterk in opmars. Dat is niet alleen trendy maar vooral zeer efficiënt en biedt een waaier aan mogelijkheden voor de voedingsmiddelenindustrie.

 

“De markt voor verpakte voedingsmiddelen blijft groeien. Ook voor voedingsproducten die verpakt worden onder gemodificeerde atmosfeer is er nog veel potentieel. Het gebruik van natuurlijke aroma’s die de zintuiglijke ervaring van de consument versterken, biedt producenten uitstekende mogelijkheden”, zegt Ann Callens, Food & Cryo Segment Manager bij Air Products.

 “Je kunt spreken van een win-win situatie voor alle betrokkenen. Ons systeem wordt eenvoudigweg geïntegreerd in de bestaande verpakkingslijn. Het toevoegen van aroma’s kan een meerwaarde betekenen voor tal van voedingsmiddelen, waaronder bewerkt vlees, gedroogde producten en bakkerijproducten.”

 

De machine injecteert dankzij de vooraf ingestelde parameters een nauwkeurige en herhaalbare hoeveelheid aroma in de gasstroom. Het mengsel van MAP-gas en actieve en aromastoffen wordt naar de verpakkingsmachine geleid, waar het vervolgens op dezelfde manier als bij standaard MAP in de verpakking geïnjecteerd wordt. Het systeem is veilig, hygiënisch en voldoet aan alle geldende richtlijnen en best practises in de voedingsmiddelenindustrie.

 

Over Air Products

 

Air Products is al meer dan 75 jaar een wereldwijd toonaangevende onderneming voor industriële gassen. De kernactiviteiten van het bedrijf op het gebied van industriële gassen omvatten de levering van atmosferische en procesgassen en het bijbehorende materieel aan industriёle bedrijfstakken zoals voeding en dranken, raffinage en petrochemie, metaalbewerking en elektronica. Daarnaast is Air Products wereldwijd de voornaamste leverancier van procestechnologie en -apparatuur op het gebied van vloeibaar aardgas.

 

Air Products realiseerde in boekjaar 2017 een omzet van $ 8,2 miljard uit de lopende activiteiten in 50 landen en heeft een huidige beurswaarde van ongeveer $ 35 miljard. Ongeveer 15.000 enthousiaste, getalenteerde en toegewijde medewerkers worden gedreven door het doel van Air Products om innovatieve oplossingen te ontwikkelen die het milieu ten goede komen, de duurzaamheid vergroten en die gericht zijn op de uitdagingen waar klanten, gemeenschappen en de wereld mee te maken krijgen.

www.airproducts.nl

Versketens werken samen voor een betere data-uitwisseling

Vijf dingen die we moeten weten over FreshUpstream

Versproducenten gaan voor in de keten -  tussen de schakels van boer, tuinder, veehouder, visser, verwerker, handel en logistiek – samenwerken om data beter ketenbreed te kunnen delen.

Deze samenwerking in de stichting FreshUpstream is nieuw, want tot nu toe delen vooral producent en retailer gegevens. Vijf dingen die we volgens programmamanager Harrij Schmeitz en voorzitter Philip den Ouden moeten weten over FreshUpstream.

1 – De participerende partijen
GS1 Nederland is een drijvende kracht achter het
platform en de belangrijkste sponsor. Diverse brancheorganisaties
ondersteunen de stichting FreshUpstream: het Groenten-
Fruit Huis, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie
(FNLI), Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO
Nederland), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
en FrugICom. Ook bedrijven als Vion en Fruitmasters doen
mee.
De stichting FreshUpstream werkt intensief samen met en
draagt bij aan het onderzoeksproject Trusted Source over
betrouwbare informatie over voeding, opgezet door het
Ministerie van Economische zaken en Wageningen UR.
Versketens werken samen aan data-uitwisseling
Versproducenten gaan tussen de schakels van boer, tuinder, veehouder, visser, verwerker,
handel en logistiek samenwerken om data beter ketenbreed te kunnen delen. Deze samenwerking
in de stichting FreshUpstream is nieuw, programmamanager Harrij Schmeitz en
voorzitter Philip den Ouden brengen ons op de hoogte.

2 – De doelen
FreshUpstream wil voor diverse versketens
ketenbreed de GS1-standaarden toepassen. De standaarden
worden nu vooral toegepast in de keten voor AGF-producten.
In andere ketens – zuivel, vlees, vis – is dit minder. Natuurlijk
wordt er op veel plaatsen gewerkt aan het delen van informatie.
Dit is erg gefragmenteerd en de initiatieven sluiten niet op
elkaar aan. Versketens hebben in het delen van informatie nu
vooral te maken met informatie over product, volumes, aantallen,
logistieke info en dergelijke.
In de AGF-keten is door ketenpartijen zelf, door het oprichten
van FrugIcom, het initiatief genomen om het delen van informatie
sterk te verbeteren door een breed draagvlak voor
bestaande standaarden, vooral de GS1-standaarden, te bou-
wen. FreshUpstream bouwt voort op die ervaring waar
FrugICom in de AGF-keten al jaren GS1 als standaard hanteert
en nu werkt aan een verdere internationalisering van datauitwisseling
in de AGF-sector.
Door uit te gaan van bestaande en goed werkende standaarden
en deze in alle versketens toe te passen, kan efficiënt worden
gewerkt en kunnen kosten en tijd worden bespaard. Door dezelfde
DigiTaal te gebruiken, wordt communicatie niet alleen
binnen ketens, maar ook tussen ketens, sterk bevorderd.
GS1 fungeert daarbij als onafhankelijke organisatie die wereldwijd
afspraken over verschillende identificatiestandaarden (bijvoorbeeld
voor product en productcategorie of productielocatie) en
informatiestandaarden (welke informatie staat waar?) ontwikkelt
en vastlegt voor het effectief uitwisselen en toegankelijk maken
van informatie over product, producent en productie.

FreshUpstream-Infographic-050318 (002)

 

3 – Zo gaat FreshUpstream bijdragen aan
voedselveiligheid
Gegevens uitwisselen door hele keten heen kan onder meer
bijdragen aan het verder verbeteren van de voedselveiligheid.
Het gaat dan niet alleen om informatie over het product,
maar ook om de productiewijze, de productkwaliteit en de
grondstoffen voor de verse producten zoals groenten of vlees
en vleeswaren. Dan wordt duidelijk of de teler of veehouder
tijdens de productie bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen
of antibiotica heeft gebruikt en waarvoor het product of de
producent is gecertificeerd, ook voor partijen verder in de
keten.
Hier horen gegevens bij van de locatie van het productiebedrijf
en van de locatie voor de opslag van de versproducten. Informatie
van deze schakels geeft meer inzicht over de herkomst
van het vers. Ook hiervoor hoeft geen nieuwe identificatiestandaard
te worden opgezet: het bestaande Global Location
Number (GLN) voldoet prima als uniforme coderingsmethode
door de keten heen.

4 – De voordelen voor de voedingsmiddelenketen
Een uniforme standaard voor het uitwisselen van gegevens in
de hele keten moet leiden tot voordelen voor de hele keten.
Dus ook voor partijen in de primaire schakels. Stroomlijnen voor
een betere informatievoorziening vergroot de beheersing van
de hele aanvoerketen richting consument.
Ook de verwerkers – de voedingsmiddelenfabrikanten – hebben
veel baat bij dit initiatief. Immers, versproducten zijn hun belangrijkste
grondstoffen. Betere, betrouwbare en meer
informatie uit voorliggende ketenschakels die efficiënt toegankelijk
wordt gemaakt, is een evident voordeel. Essentieel ook
voor een naadloze distributie en logistiek: efficiënte bestel- en
leverprocessen en uitlevering.
Stroomlijnen kan ook veel bijdragen aan betere beheersing van
grondstofgebruik en dus minder voedselverspilling bij fabrikant,
handel en retailer.

5 – De voordelen voor de consument
Voedingsmiddelenfabrikanten kunnen een betere
informatievoorziening en een grotere transparantie over de
productiewijze aan de consument bieden. Zij kunnen werken
met meer uitgebreide, correcte en transparante productinformatie
van een goede datakwaliteit voor etiketinformatie op het
product.
Fabrikanten krijgen meer duidelijkheid over de herkomst en
kwaliteit van grondstoffen, de locaties waar versproducten zijn
geproduceerd, zijn be- en verwerkt, waar ze werden verpakt en
waar ze werden opgeslagen. De industrie vergroot hiermee de
transparantie over de producten naar de markt.

Vier domeinen
In het stroomlijnen van data uit het primaire deel van de
keten focust FreshUpstream zich om te beginnen op informatie
binnen vier domeinen: gewasbeschermingsmiddelen,
dierbehandelingsmiddelen, diervoeders en de toepassing van
het global location number (GLN). De stichting overlegt voor
ieder domein met partijen om de vervolgstappen vast te stellen.
Ook start ze een bredere discussie over het belang van
voedselveiligheid en het borgen via informatie-uitwisseling.

 

Meer informatie: Freshupstream.com en www.gs1.nl

 

 

Wolhandkrab en zilte groenten uit de Wieringermeer

Wolhandkrabmetslaachteroeverwieringermeer

Wolhandkrab en zilte groenten rechtstreeks van de boerderij uit de Wieringermeer. Het kan: bij een boerderij pal achter de IJsselmeerdijk in de kop van Noord-Holland liggen visvijvers waarin de Chinese krabbensoort en ook karpers worden gekweekt. Op het water drijven bakken waarin sla groeit en er zijn testen met de teelt van gewassen in zilt water.

Het is een opzet in een duurzaam gesloten systeem dat zoet met zilt water verenigt.In dit project Achteroever Wieringermeer verkennen Rijkswaterstaat, visonderneming Meromar Seafoods, onderzoeksinstituten Deltares en Zilt Proefbedrijf en Sportvisserij Nederland de mogelijkheden op het gebied van waterbeheer, aquacultuur en tuinbouw.

Duurzaam van krab en vis tot sla

Het systeem op de boerderij aan de dijk is volledig duurzaam. De Chinese wolhandkrab komt als klein diertje uit het zoete IJsselmeerwater in de netten van vissers terecht en gaat voor de verdere groei in een van de vier zoet waterbassins van de boerderij.

De krab kwam in de vorige eeuw in het ballastwater van schepen naar Europa toe en vormt nu als gekweekt schaaldier voor aquacultuurbedrijf Meromar Seafoods, een van de projectpartners, een geliefd exportproduct voor de Aziatische keuken.

De wolhandkrabben en de karpers worden gevoerd met larven van Black Soldier Flies. Deze vliegenlarven zijn onder led licht gekweekt met afval van de geteelde sla en van gft dat ze deels ook in compost omzetten.

De uitwerpselen van de krabben en karpers dienen weer als mest voor de slateelt op de boerderij. De karpers in de visvijvers bevorderen de teelt van sla in de drijvende bakken. De vissen zorgen voor bodemwerking in de bassins. Ze woelen in de grond waardoor goede voedingsstoffen voor de sla naar boven komen.

Testen met zilt en zoet

Op de boerderij worden op 20 hectare testen met de teelt in zoet en zilt water uitgevoerd. De Wieringermeer polder, die in 1930 uit de voormalige zoute Zuiderzee is ontstaan, heeft ook nu nog te maken met kwelwater. Dit is mild zilt water dat vanuit de polderbodem opwelt naar de oppervlakte. Dit komt omdat de polder meters diep onder het waterniveau van het IJsselmeer ligt. Het brakke zoute water kan geschikt zijn voor de teelt van zilte groenten, zo onderzoekt Zilt Proefbedrijf. De boeren in de belangrijke agrarische polder die de Wieringermeer is, kunnen er echter alleen gewassen verbouwen wanneer er voldoende zoet water door de sloten spoelt. Die combinatie van brak en zoet water is ideaal om te onderzoeken of een gesloten systeem ook in gebieden met verzilting elders in Nederland en in de wereld kansen voor een rendabele gewassenteelt heeft.

Achteroevers voor voedsel wereldwijd

Achteroevers, locaties voor de berging van zoet water binnen de dijk, vormen niet alleen een antwoord op klimaatverandering, de stijgende zeespiegel en de behoefte aan een flexibeler waterpeil. Het concept is naast zoetwater opslag ook geschikt voor het duurzaam produceren van voedsel in ons land en wereldwijd.

De vraag naar schoon zoet water en voedsel neemt immers overal in de wereld toe terwijl de beschikbaarheid door de groei van de bevolking en klimaatverandering steeds meer onder druk staat.

De onderzoekspartners willen Achteroever Wieringermeer ontwikkelen tot een natuurlijk productiesysteem waarin water en alle grondstoffen maximaal worden benut. Wanneer de processen voor zilt en zoet water haalbaar en rendabel blijken, biedt het project nieuwe opties voor het waterbeheer en voor opschaling in het IJsselmeergebied en andere regio’s die te maken hebben met verzilten.

Het project Achteroever in de Wieringermeer gaat dan ook nieuwe producten verder ontwikkelen en kennis verzamelen over duurzame watergestuurde en gecombineerde productieprocessen voor voedsel.

In het netwerk van publieke en private partijen wordt meegedacht over de mogelijkheden voor opschaling. Hierin denken ook Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Stichting AKWA, provincie Noord-Holland en gemeente Hollands Kroon mee.

De pilot van rond 2,8 miljoen – deels opgezet met subsidie vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de provincie Noord-Holland, wordt in maart 2019 afgerond.

Dit artikel is gepubliceerd in de rubriek Agri & Food van  maakindustrie.nl

 

Blockchainplatform voor agri & food maakt voedselketens zichtbaar

BlockchainLG_FoodInsights_RGB-1024x224 

Onlangs is het eerste Nederlandse blockchainplatform in agri & food van start gegaan. Het platform, ontwikkeld door Food Insights, is in licentie beschikbaar voor bedrijven die actief zijn in versketens voor eieren, vlees, groente, fruit en aardappelen.

De innovatie maakt voedselketens zichtbaar en versterkt zo de relatie tussen consument, toezichthouder, financiers en producent. Het platform biedt de consument transparantie en helpt om gezondere keuzes te maken.  Voor boeren en tuinder helpt blockchain om marktgerichter te produceren en voedselverspilling te beperken. Blockchain is bovendien een stimulans voor ketens die circulariteit willen bevorderen. Het platform ondersteunt bedrijven ook om de kwaliteit van producten te borgen, de keten slimmer te organiseren en het werkkapitaal makkelijker te financieren.

Blockchain opent tevens kansen voor samenwerken en het delen van product- en productie-informatie. De technologie verpakt informatie zo dat dit veilig in ketens en systemen kan worden gedeeld. Kijk voor meer informatie op www.foodinsights.nl

Ook Lan Gé, Senior Scientist Innovatie, Risico- en Informatiemanagement bij Wageningen Economic Research, ziet voor agrifoodketens de voordelen van een transparant decentraal netwerk dat blockchaintechnologie (BCT) is.  Zij startte samen met TNO een pilotproject naar de toepassing van blockchaintechnologie in agrifoodketens.

BCT combineert bestaande technologieën zoals cryptografie en database- en netwerkbeheer voor het uitwisselen van data in een open netwerk. De technologie kan fungeren als een volledig digitale keten naast de fysieke keten. Blockchain kan bijvoorbeeld worden toegepast in certificeringsprocessen van voedselproducten en tracking in logistieke processen. Iedere schakel in de voedselketen zoals producenten, leveranciers, verwerkers, distributeurs, detailhandelaren, regelgevers en consumenten, heeft toegang tot informatie over de oorsprong en kwaliteit van het product. Het blockchainnetwerk kan er dan bijvoorbeeld ook voor zorgen dat de bron van eventuele besmette producten sneller getraceerd kan worden.

De samenwerking heeft inmiddels geleid tot een eerste proof of concept voor Agrofood.

Betere paprika’s en minder energieverbruik met slimme sensoren

SensorenpaprikateeltPointed-Temperature-Sensor-monitort-in-deze-case-paprikas_foto-30MHz-150x150 

Een betere kwaliteit van de paprikateelt met minder energieverbruik: het kan met geavanceerde sensortechnologie. Het Amsterdamse bedrijf 30MHz brengt samen met Kwekerij Moors en Proeftuin Zwaagdijk een draadloze vruchttemperatuursensor op de markt voor de monitoring en aansturing van het groeiproces. De technologie is volgens 30MHz breed toepasbaar in de tuinbouw en wordt als proef ingezet bij paprikakwekerij Moors in Someren.

Bij telers van vruchten en bloemen groeit de vraag naar draadloze infrarood temperatuursensoren. Nu wordt vaak alleen het macroklimaat dus CO2, temperatuur en  luchtvochtigheid gemeten. Door ook het microklimaat te meten kan de instelling van kassen worden verfijnd en kunnen telers sneller inspelen op de plantbehoefte.

Volgens Cor-Jan Holwerda van 30MHz leidt het gebruik van de nieuwe sensortechnologie tot betere resultaten: “Het risico dat vruchten te warm worden waardoor rotting op kan treden neemt substantieel af. Dankzij de sensoren die met infrarood hun metingen doen worden zaken als temperatuur, vochtigheid, watergift, ventilatie en verwarming optimaal geregeld. De uitval gaat omlaag en de opbrengst omhoog.”

De hitte- en vochtbestendige sensoren zijn verstelbaar en kunnen desgewenst van plek wisselen. De resultaten van de metingen worden door teeltspecialisten op een gepersonaliseerd en aanstuurbaar dashboard uitgelezen.

Toepassing van draadloze sensortechnologie in combinatie met een voor iedere teler op te stellen klimaatmodel tot energiebesparing en kwaliteitsverbetering leiden, verwacht Holwerda. “Voor ons project in de paprikateelt houden we rekening met een energiebesparing van minimaal vijf procent in de komende vijf jaar. Een bijkomend pluspunt is dat het gebruik van chemische gewasbescherming kan worden verminderd.” Het klimaatmodel wordt mede gebaseerd op bestaande meetwaarden in de kas en aangevuld met nieuwe informatie.

Cublend produceert poeder-, kruiden- en groentemengsels

 

Cublend in Bleiswijk produceer poeder-, kruiden- en groentemengsels voor de foodindustrie. Het bedrijf, gestart door Carlo van Eijmeren en Rob Nijgh, levert powder blends op maat als halffabricaten aan de voedingsindustrie. Onlangs behaalde Cublend een higher level voor IFS-certificering.

 

De blends zijn bestemd voor soepen, vlees, sauzen en marinades, coatings voor noten, vis en vleesproducten, functionele toevoegingen en voedingsstoffen voor sport en afslanken. Het bedrijf overweegt vanwege de toenemende vraag om volgend jaar de productiecapaciteit van 6000 ton uit te breiden.

 Aandacht voor voedselveiligheid

In de fabriek is veel aandacht voor voedselveiligheid. Het centrale productieplatform en zelf ontwikkeld geautomatiseerd grondstof-managementsysteem voorkomen slepen met voedingsstoffen en als gevolg hiervan kruisbesmetting en allergenencontaminatie.

Cublend DSC_1330Cublend DSC_1335

Daarnaast werkt Cublend voor de kruidenmengsels, kruiden en specerijen met natuurlijke grondstoffen die niet genetisch gemodificeerd of geproduceerd zijn met behulp van genetisch gemodificeerde ingrediënten. Die zijn traceerbaar binnen de EU. Op deze wijze borgt het bedrijf de voedselveiligheid in de gehele keten.

De afgelopen jaren kwam de voedingsindustrie regelmatig negatief in het nieuws vanwege  besmettingen met schadelijke bacteriën en restjes allergenen in producten die er volgens de verpakking niet in horen te zitten. “Wat we steeds van klanten horen is dat het beter, sneller en vooral veiliger moet,” aldus eigenaren Carlo van Eijmeren en Rob Nijgh. ,,Daarom is er in de branche een grote behoefte aan dit soort innovaties”.

Cublend is een samenwerkingsverband tussen Berkenhof Beheer B.V., Denico Danmark ApS en Ronijco Invest B.V. voor het gehele Europese continent.

Cublend is aanspreekpunt voor de Benelux en Zuid-Europa, voor Noord Europa en UK verwijzen is dat Denico Danmark.

www.cublend.nl   www.denico.dk

Agriport A7 verduurzaamt verder met CO2-voorziening

AgriportCO2installECW-1-1024x654 AgriportGeothermie1-h21132158062_68f2652d61_z 

De tuinbouwbedrijven in het glastuinbouwgebied Agriport A7 krijgen voortaan ook CO2. OCAP, onderdeel van Linde Gas Benelux,  heeft er twee tanks van meer dan 20 meter lang geplaatst, goed voor de opslag van 400 ton vloeibare CO2. Aan deze tanks is een zogenaamde verdamper gekoppeld. Daarin verdampt de vloeibare CO2 naar gasvormige CO2 die in het netwerk wordt gepompt.

Volgende stap in verduurzamen glastuinbouw

Het geothermieproject in Agriport A7 is nu ruim twee jaar operationeel en levert stabiel warmte voor het verwarmen van de kassen op Agriport. De komst van de CO2-voorziening betekent voor ECW Netwerk, de netbeheerder in het Agriport-gebied en beheerder van de geothermiecentrale, een volgende stap in verder verduurzamen van de glastuinbouw op Agriport. ECW Netwerk ontwikkelde in de afgelopen maanden een open-source CO2 distributienetwerk voor de CO2-voorziening. 

 ”CO2 was een ontbrekende schakel in onze ambitie om het gasverbruik te reduceren. Met het nieuwe netwerk en de samenwerking met Linde Gas Benelux kunnen we hierin een flinke stap vooruit maken. Dat maakt het mogelijk om verder te groeien met alternatieve warmte zoals geothermie. Zo snijdt het mes aan twee kanten”, aldus Robert Kielstra, directeur van ECW Netwerk, over het project.

Jacob Limbeek, directeur en mede-oprichter van OCAP noemt het project in Agriport A7 ook voor OCAP van belang. “Met deze uitbreiding zetten we een belangrijke stap in onze strategie om ook buiten het gebied waar we al tien jaar leveren, tuinders de beschikking te geven over grote hoeveelheden betaalbare CO2. Beschikbaarheid van CO2 is cruciaal voor de verdere verduurzaming van de tuinbouwsector.”

 

Zuivere CO2 van buiten het gebied

Op Agriport telen tien bedrijven in grootschalige kassen van totaal 340 hectare. Deze gebruiken allemaal CO2 om de plantgroei te bevorderen. “De bedrijven waren voor de CO2 -voorziening voorheen gebonden aan de terugwinning van CO2 uit de rookgassen van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties en de verwarmingsketels. Door de komst van het nieuwe CO2-netwerk kunnen de bedrijven vanaf nu ook zuivere CO2 betrekken van buiten het Agriport gebied”, aldus Koen Hand, projectleider voor de aanleg van het CO2-netwerk. “De warmtekracht koppelingsinstallaties en de verwarmingsketels hoeven minder draaiuren te maken en het aardgasverbruik neemt daardoor af.”

Steriliseren met pulserend licht

Voor verpakkingen dranken, zuivel en maaltijden

Het steriliseren van verpakkingen met pulserend licht trekt steeds meer de aandacht van dranken-, zuivel- en maaltijdfabrikanten. De technologie die met intense flitsen micro-organismen doodt, biedt producenten een eenvoudig en kosteneffectief alternatief voor chemisch steriliseren en bestralen.  

Lag de focus van pulserend licht eerst op het steriliseren van doppen (caps) in de drankenindustrie – hier zijn wereldwijd ruim 100 units in bedrijf – de techniek wordt nu geadopteerd door producenten van lang houdbare drinkyoghurt. “Inmiddels worden ook bekers (cups) en preforms voor zuivelproducten behandeld en maaltijdverpakkingen zijn in opkomst”, verklaart Tom Kuipers van Food Assist, de vertegenwoordiging van Waldner en Claranor pulserend lichttechnologie.

“Preforms zijn halffabrikaat verpakkingen waarvan uiteindelijk een fles wordt geblazen. Tijdens dit blaasproces wordt het grootste deel van de fles door warmte steriel. De flessenhals (preform neck) bereikt echter niet de hoge temperatuur en vormt dan nog een mogelijke bron van besmetting. Dit terwijl het sluiten van verpakkingen tijdens het proces een kritiek punt vormt in het kader van voedselveiligheid, houdbaarheid en de logistieke keten. Met de pulserend lichtsterilisatie kan de preform neck in-lijn effectief worden ontsmet”.

Korte procestijd

Twee pulserend licht-units zijn operationeel bij een Nederlandse zuivelfabrikant.  Kuipers: ”De sterilisatie-units zijn geïntegreerd in bestaande cup-fillers. Hiermee kan nu zonder conserveringsmiddel worden geproduceerd. De bekers worden dus ontsmet voordat ze met product worden gevuld. Om vervolgens nabesmetting door de lucht tegen te gaan is over de machine een “clean air flow” gecreëerd. Ook van belang zijn de energiebesparing en een korte procestijd zodat deze geen invloed heeft op de lijnsnelheid. Afhankelijk van de te ontsmetten verpakking – dop, beker, of folie – kan het aantal lampen en het te gebruiken aantal flitsen worden aangepast en een pulserend lichtoplossing “op maat” worden bepaald”. 

De technologie operationeel bij onder meer het Franse zuivelbedrijf l’Armoricaine Laitière voor het steriliseren van flesdoppen voor drinkyoghurts op een Serac verpakkingslijn. De doppen gaan met een capaciteit van 22.000 stuks per uur op de 28 tot 35 dagen houdbare drinkyoghurts in 180 grams flessen.  Het Duitse Weissenhorner Molkerei, producent van biologische zuivel, koos voor de 250 en 500 grams cups voor pulserend lichtsterilisatie in plaats van chemische H2O2-behandeling omdat er geen water en chemische middelen worden gebruikt en de unit veilig, compact en energiebesparend is. Leverancier Waldner installeerde een vierbaans lijn met daarboven 2 x 2 lampen met 1 tot 3 flashes per cup met een logreductie van ruim 4,2. De capaciteit ligt op 12.000 cups per uur. De houdbaarheid is 60 dagen voor zure producten en 50 dagen voor neutrale zuivel.  

Nieuwe en bestaande proceslijnen   

Een unit voor pulserend licht is inzetbaar op nieuwe machines. De ontsmetting van verpakkingen zoals bekers wordt in de lijn geplaatst voor het afvulproces, zodat het product in een schone verpakking wordt afgevuld. Caps (doppen) en lids (deksels) worden ontsmet voor het aanbrengen van de dop op de fles. Bij preforms (halffabrikaat verpakking) staat de unit voor het blaasproces. Omdat de unit weinig ruimte inneemt is hij ook in te bouwen als retrofit in bestaande machines en proceslijnen die hier in eerste instantie niet voor zijn ontworpen. “Een fabrikant kan op deze manier “preservative free” – met een geringe investering vergeleken met een nieuwe afvullijn – op een bestaande productielijn produceren”, aldus Tom Kuipers.  

Voor ultra clean of high-acid aseptic 

Pulserend lichtsterilisatie is geschikt voor ultra clean productielijnen of voor “high-acid aseptic” verpakkingsprocessen. “En in algemene zin voor alle processen waar het conventionele UV-licht wordt toegepast, met een duidelijke meerwaarde en wel zodanig dat chemisch ontsmetten tot log 3 tot soms log 5 wordt geëvenaard op de meest resistente bacteriën en schimmels”, aldus Kuipers.  “De houdbaarheid van een product is zo sterk als de zwakste schakel”, stelt hij. ”Bij sommige producten is het wellicht ook zinvol om van hot-fill over te stappen naar cold-fill. Dat maakt de totale intensiteit van de hittebehandeling minder en dus de productkwaliteit beter”.

Extra productzekerheid

Enkele gebruikers van pulserend licht hebben de techniek gekozen uitsluitend als extra zekerheid vertelt Kuipers. “Het product vereist in die specifieke lijnen geen extra behandeling, maar merkreputatie is kostbaar en omdat de techniek relatief goedkoop is in gebruik is die extra productzekerheid de investering waard”. De aanschafkosten voor pulserend lichtontsmetting ten opzichte van de huidige sterilisatietechnieken zijn grofweg te vergelijken met de kosten voor de hardware voor chemisch ontsmetten. De gebruikskosten zijn echter lager. De kosten voor het behandelen van de cupjes bij de Nederlandse fabrikant zijn berekend op € 0,16 per 1000 cups – inclusief afschrijving van de investering in drie jaar.  

Alternatief voor chemisch ontsmetten 

Pulserend lichtsterilisatie van verpakkingen vormt als kosteneffectieve, droge en compacte ontsmettingstechniek een alternatief voor chemisch ontsmetten en UV-licht ontsmetting van cups, doppen, folie en preforms voor flessen. Het steriliseren verloopt zonder chemische middelen en hitte en is milieu- en energievriendelijk. Het piekvermogen is 1 Megawatt, maar omdat al dit vermogen gedurende een korte lichtflits wordt toegepast is het totale energieverbruik gering. Er komen geen residuen in het product bij deze oppervlaktebehandeling. Ondanks de hoge energieintensiteit van 1 Megawatt wordt het plastic niet aangetast. Testen hebben aangetoond dat er geen migratie van schadelijke stoffen plaatsvindt en eigenschappen als hittesealbaarheid niet worden aangetast. Ontsmetten met een koude techniek als pulserend licht is  – in tegenstelling tot warm chemisch ontsmetten  – ook geschikt voor verpakkingen van bioplastics die veelal slecht hittebestendig zijn.

Ontsmetten met pulserend licht: de technologie

Pulserend lichtsterilisatie is in feite het bacteriedodende effect van intense flitsen van licht van xenon lampen. De lampen geven gedurende 300 microseconden een zeer intense lichtflits (het gehele spectrum) met een hoog UV-gehalte. Dit doodt micro-organismen en ook sporen op oppervlakken. Dat komt door het effect van de UV-stralen. Deze hebben een denaturerend effect op enzymen, proteïne en DNA van micro-organismen. De korte intense flits zorgt voor een biochemische reactie met een hogere temperatuur en druk in de cellen. De energie van de lamp en de duur van de flits is 300 J/0.3 ms = 1 MW.

Claranor is leverancier in decontaminatie van – vooralsnog – verpakkingsmateriaal. Er zijn andere applicaties in onderzoek waaronder toepassing op voedingsmiddelen. Dit betreft zowel oppervlaktebehandeling als behandeling van UV-doorlaatbare vloeistoffen. Claranor en Waldner worden in Nederland vertegenwoordigd door Food Assist.  Informatie: www.foodassist.nl                      

 

 

 

 

 

« Nieuwere berichten

 

  Kennis- en innovatieplatform voor de agrifoodketen ©2024 Ria Besseling