Agrifoodclicks

Air Products verrijkt verpakte voeding met natuurlijke aroma’s

 
   

Air Products introduceert Freshline Aroma MAP, een systeem dat natuurlijke aroma’s zoals essentiёle oliёn in de verpakking injecteert gelijktijdig met het modified atmosphere packaging gas (MAP). Er zijn geen bijkomende productiestappen noodzakelijk.

 Aroma-MAP-CMYK

Met dit innovatieve systeem biedt Air Products fabrikanten van voedingsmiddelen een nieuwe manier om natuurlijke aroma’s aan verpakte voedingsmiddelen toe te voegen en zo de zintuiglijke ervaring van consumenten te verbeteren. Dit kan toekomstig koopgedrag gunstig beïnvloeden. Deze technologie heeft ook potentie om de verspilling van voedsel tegen te gaan en vermindert het risico op het terugsturen van niet-verkochte producten. Het gebruik van specifieke essentiële oliën kan – vergeleken met standaard MAP – de houdbaarheid van het product verlengen.

Inspelen op zintuiglijke marketing

De natuurlijke essentiёle oliёn of aroma’s, die met het Freshline Aroma MAP-systeem in de verpakking geïnjecteerd worden, komen tegemoet aan de stijgende vraag naar Clean Label ingrediënten. Het toevoegen van geuren die emoties triggeren helpt voedingsbedrijven om een emotionele band met hun klanten te creëren. Zintuiglijke marketing is de laatste jaren sterk in opmars. Dat is niet alleen trendy maar vooral zeer efficiënt en biedt een waaier aan mogelijkheden voor de voedingsmiddelenindustrie.

 

“De markt voor verpakte voedingsmiddelen blijft groeien. Ook voor voedingsproducten die verpakt worden onder gemodificeerde atmosfeer is er nog veel potentieel. Het gebruik van natuurlijke aroma’s die de zintuiglijke ervaring van de consument versterken, biedt producenten uitstekende mogelijkheden”, zegt Ann Callens, Food & Cryo Segment Manager bij Air Products.

 “Je kunt spreken van een win-win situatie voor alle betrokkenen. Ons systeem wordt eenvoudigweg geïntegreerd in de bestaande verpakkingslijn. Het toevoegen van aroma’s kan een meerwaarde betekenen voor tal van voedingsmiddelen, waaronder bewerkt vlees, gedroogde producten en bakkerijproducten.”

 

De machine injecteert dankzij de vooraf ingestelde parameters een nauwkeurige en herhaalbare hoeveelheid aroma in de gasstroom. Het mengsel van MAP-gas en actieve en aromastoffen wordt naar de verpakkingsmachine geleid, waar het vervolgens op dezelfde manier als bij standaard MAP in de verpakking geïnjecteerd wordt. Het systeem is veilig, hygiënisch en voldoet aan alle geldende richtlijnen en best practises in de voedingsmiddelenindustrie.

 

Over Air Products

 

Air Products is al meer dan 75 jaar een wereldwijd toonaangevende onderneming voor industriële gassen. De kernactiviteiten van het bedrijf op het gebied van industriële gassen omvatten de levering van atmosferische en procesgassen en het bijbehorende materieel aan industriёle bedrijfstakken zoals voeding en dranken, raffinage en petrochemie, metaalbewerking en elektronica. Daarnaast is Air Products wereldwijd de voornaamste leverancier van procestechnologie en -apparatuur op het gebied van vloeibaar aardgas.

 

Air Products realiseerde in boekjaar 2017 een omzet van $ 8,2 miljard uit de lopende activiteiten in 50 landen en heeft een huidige beurswaarde van ongeveer $ 35 miljard. Ongeveer 15.000 enthousiaste, getalenteerde en toegewijde medewerkers worden gedreven door het doel van Air Products om innovatieve oplossingen te ontwikkelen die het milieu ten goede komen, de duurzaamheid vergroten en die gericht zijn op de uitdagingen waar klanten, gemeenschappen en de wereld mee te maken krijgen.

www.airproducts.nl

Versketens werken samen voor een betere data-uitwisseling

Vijf dingen die we moeten weten over FreshUpstream

Versproducenten gaan voor in de keten -  tussen de schakels van boer, tuinder, veehouder, visser, verwerker, handel en logistiek – samenwerken om data beter ketenbreed te kunnen delen.

Deze samenwerking in de stichting FreshUpstream is nieuw, want tot nu toe delen vooral producent en retailer gegevens. Vijf dingen die we volgens programmamanager Harrij Schmeitz en voorzitter Philip den Ouden moeten weten over FreshUpstream.

1 – De participerende partijen
GS1 Nederland is een drijvende kracht achter het
platform en de belangrijkste sponsor. Diverse brancheorganisaties
ondersteunen de stichting FreshUpstream: het Groenten-
Fruit Huis, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie
(FNLI), Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO
Nederland), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
en FrugICom. Ook bedrijven als Vion en Fruitmasters doen
mee.
De stichting FreshUpstream werkt intensief samen met en
draagt bij aan het onderzoeksproject Trusted Source over
betrouwbare informatie over voeding, opgezet door het
Ministerie van Economische zaken en Wageningen UR.
Versketens werken samen aan data-uitwisseling
Versproducenten gaan tussen de schakels van boer, tuinder, veehouder, visser, verwerker,
handel en logistiek samenwerken om data beter ketenbreed te kunnen delen. Deze samenwerking
in de stichting FreshUpstream is nieuw, programmamanager Harrij Schmeitz en
voorzitter Philip den Ouden brengen ons op de hoogte.

2 – De doelen
FreshUpstream wil voor diverse versketens
ketenbreed de GS1-standaarden toepassen. De standaarden
worden nu vooral toegepast in de keten voor AGF-producten.
In andere ketens – zuivel, vlees, vis – is dit minder. Natuurlijk
wordt er op veel plaatsen gewerkt aan het delen van informatie.
Dit is erg gefragmenteerd en de initiatieven sluiten niet op
elkaar aan. Versketens hebben in het delen van informatie nu
vooral te maken met informatie over product, volumes, aantallen,
logistieke info en dergelijke.
In de AGF-keten is door ketenpartijen zelf, door het oprichten
van FrugIcom, het initiatief genomen om het delen van informatie
sterk te verbeteren door een breed draagvlak voor
bestaande standaarden, vooral de GS1-standaarden, te bou-
wen. FreshUpstream bouwt voort op die ervaring waar
FrugICom in de AGF-keten al jaren GS1 als standaard hanteert
en nu werkt aan een verdere internationalisering van datauitwisseling
in de AGF-sector.
Door uit te gaan van bestaande en goed werkende standaarden
en deze in alle versketens toe te passen, kan efficiënt worden
gewerkt en kunnen kosten en tijd worden bespaard. Door dezelfde
DigiTaal te gebruiken, wordt communicatie niet alleen
binnen ketens, maar ook tussen ketens, sterk bevorderd.
GS1 fungeert daarbij als onafhankelijke organisatie die wereldwijd
afspraken over verschillende identificatiestandaarden (bijvoorbeeld
voor product en productcategorie of productielocatie) en
informatiestandaarden (welke informatie staat waar?) ontwikkelt
en vastlegt voor het effectief uitwisselen en toegankelijk maken
van informatie over product, producent en productie.

FreshUpstream-Infographic-050318 (002)

 

3 – Zo gaat FreshUpstream bijdragen aan
voedselveiligheid
Gegevens uitwisselen door hele keten heen kan onder meer
bijdragen aan het verder verbeteren van de voedselveiligheid.
Het gaat dan niet alleen om informatie over het product,
maar ook om de productiewijze, de productkwaliteit en de
grondstoffen voor de verse producten zoals groenten of vlees
en vleeswaren. Dan wordt duidelijk of de teler of veehouder
tijdens de productie bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen
of antibiotica heeft gebruikt en waarvoor het product of de
producent is gecertificeerd, ook voor partijen verder in de
keten.
Hier horen gegevens bij van de locatie van het productiebedrijf
en van de locatie voor de opslag van de versproducten. Informatie
van deze schakels geeft meer inzicht over de herkomst
van het vers. Ook hiervoor hoeft geen nieuwe identificatiestandaard
te worden opgezet: het bestaande Global Location
Number (GLN) voldoet prima als uniforme coderingsmethode
door de keten heen.

4 – De voordelen voor de voedingsmiddelenketen
Een uniforme standaard voor het uitwisselen van gegevens in
de hele keten moet leiden tot voordelen voor de hele keten.
Dus ook voor partijen in de primaire schakels. Stroomlijnen voor
een betere informatievoorziening vergroot de beheersing van
de hele aanvoerketen richting consument.
Ook de verwerkers – de voedingsmiddelenfabrikanten – hebben
veel baat bij dit initiatief. Immers, versproducten zijn hun belangrijkste
grondstoffen. Betere, betrouwbare en meer
informatie uit voorliggende ketenschakels die efficiënt toegankelijk
wordt gemaakt, is een evident voordeel. Essentieel ook
voor een naadloze distributie en logistiek: efficiënte bestel- en
leverprocessen en uitlevering.
Stroomlijnen kan ook veel bijdragen aan betere beheersing van
grondstofgebruik en dus minder voedselverspilling bij fabrikant,
handel en retailer.

5 – De voordelen voor de consument
Voedingsmiddelenfabrikanten kunnen een betere
informatievoorziening en een grotere transparantie over de
productiewijze aan de consument bieden. Zij kunnen werken
met meer uitgebreide, correcte en transparante productinformatie
van een goede datakwaliteit voor etiketinformatie op het
product.
Fabrikanten krijgen meer duidelijkheid over de herkomst en
kwaliteit van grondstoffen, de locaties waar versproducten zijn
geproduceerd, zijn be- en verwerkt, waar ze werden verpakt en
waar ze werden opgeslagen. De industrie vergroot hiermee de
transparantie over de producten naar de markt.

Vier domeinen
In het stroomlijnen van data uit het primaire deel van de
keten focust FreshUpstream zich om te beginnen op informatie
binnen vier domeinen: gewasbeschermingsmiddelen,
dierbehandelingsmiddelen, diervoeders en de toepassing van
het global location number (GLN). De stichting overlegt voor
ieder domein met partijen om de vervolgstappen vast te stellen.
Ook start ze een bredere discussie over het belang van
voedselveiligheid en het borgen via informatie-uitwisseling.

 

Meer informatie: Freshupstream.com en www.gs1.nl

 

 

Bierbostel drank vult ontbijt aan

Bierbostel, het bestanddeel dat overblijft na het brouwproces, wordt al verwerkt in bierbostelbrood en broodjes. Nu worden deze voedzame broodproducten bij het ontbijt aangevuld met een vezelrijke drank op basis van de graanrestanten.   

Ontbijtdrank Canvas ABInBev Pictures canvasx

De ontbijtdrank, Canvas – in vijf varianten Original, Cocoa, Latte, Matcha en Chai – is sinds kort verkrijgbaar in een pilot aan de oostkust van de Verenigde Staten en zal op termijn ook in Europa op de markt komen.

Elk flesje van de duurzame plantaardige granendrank bevat 11 gram voedingsvezels, 8 gram plantaardige proteïnen, essentiële vetten, smaakvolle ingrediënten en staat voor 39 procent van de dagelijks aanbevolen waarde aan voedingsvezels, zegt Jorge Gil-Martinez. Hij is biochemisch specialist en uitvinder van de technologie in het Global Innovaton & Technology Center in Leuven van brouwerijconcern AB InBev. Hier richt een team zich – na Canvas als eerste commerciële innovatie van graanresten – op het ontwikkelen van een reeks andere producten op basis van de resten graan die na het brouwen overblijven.

Tijdens het brouwproces worden de suikers uit het graan benut voor het bier, terwijl de resten van het graan nog veel proteïnen en vezels bevatten. Dit gaat nu voor het overgrote deel als bierbostel naar landbouwbedrijven waar het als diervoeding dient. Een klein deel wordt als afval afgevoerd. Wereldwijd gaat het om 30 miljoen ton graanresten. Dit is een reststroom van forse omvang die prima voor duurzame herverwerking en minder graanverspilling kan worden ingezet, te beginnen met de vezelrijke ontbijtdrank.

Ook bij het internationale brouwerijconcern AB InBev gaat het om een grote reststroom. Hier blijft wereldwijd jaarlijks 1 miljoen ton droge reststroom over na het brouwproces. De brouwerij die  als grootste bierbrouwer ter wereld merken als Hertog Jan, Dommelsch, Oranjeboom, Leffe, Hoegaarden, Jupiler en Hertog Jan op de markt brengt, wil minder graan verspillen en dit bierbostel in een speciale unit bij de brouwerijlocaties in de toekomst opnieuw gebruiken.

Door deze technologie op termijn op industriële schaal toe te passen in Europa verwacht de brouwer bovendien ieder jaar5000 ton CO2 te kunnen besparen.

Het Global Innovaton & Technology Center in Leuven ontwikkelde een fermentatieproces om de voedingswaarde van de graanresten stabiel te houden en een innovatie om de nutritionele waarden van plantaardige stoffen uit de restanten te halen zodat het menselijk darmstelsel ze kan opnemen.

Inzetten op circulaire economie

De brouwerketen zegt de eerste te zijn die graanresten uit het bedrijfsproces opnieuw inzet als basis voor nieuwe hoogwaardige en natuurlijke voedingsproducten. De nieuwe technologie opent internationaal enorme mogelijkheden. De restanten met hoge aandelen proteïnen en vezels zijn geschikt voor talloze toepassingen in de voedingsindustrie.

AB InBev investeert met de innovatie in duurzame oplossingen en zet tevens in op de circulaire economie. Het project past in de nieuwe Globale Duurzaamheidsdoelstellingen 2025 die AB InBev dit voorjaar lanceerde.

“Terwijl er tonnen aan ongebruikte voedzame graanresten in onze brouwerijen liggen, zal de wereldwijde vraag naar voedsel drastisch stijgen tegen 2050, voor naar schatting 9 miljard mensen”.

“Bij AB InBev willen we die twee feiten samenbrengen. Onze nieuwe technologie maakt het mogelijk om honderdduizenden proteïnen en vezels uit graanresten te behouden en hun nutritionele waarden in te zetten voor menselijke consumptie. Dat kan ook 75 procent CO2-vermindering genereren, aangezien deze plantaardige voedingsstoffen via circulaire economie veel duurzamer zijn dan traditionele voedingsbronnen zoals vlees”, zegt Jorge Gil-Martinez.

Vis en sla kweken in milieuvriendelijk schoon water

Reinigen met waterenergie

H2OTechnics CDome IMG_6631

Viskweek en slateelt in schoon water dat via trillingen milieuvriendelijk is gereinigd. Het is een van de kansrijke toekomstige toepassingen in agrifood van de C-Dome. H2O Technics ontwikkelde deze innovatieve boei om water op een milieuvriendelijke manier te ontdoen van bacteriën, algen, biofouling, parasieten en ziekteverwekkers.

Het systeem wordt op dit moment ingezet bij zalmkwekerijen in Noorwegen, Australië, Ierland, Schotlanden Chili. De innovatie is eveneens geschikt voor andere vormen van viskweek, aquacultuur en aquafarming en toepassingen in de agrarische sector wereldwijd waar teeltbedrijven te maken hebben met waterverontreiniging.

Ook voor procesindustrie

Ook voor de procesindustrie van onder meer de agrifoodsector waar koelwater moet worden gereinigd, is de boei een oplossing. H2OTechnics test nu in eigen land in aquaponics.

De inzet van de boei leidt bij de zalmkwekerijen waar H2OTechnics heeft geleverd  tot een snellere groei en betere gezondheid van de vis. De kwekerijen kunnen bovendien de inzet van chemische middelen achterwege laten.

Reinigen met waterenergie

De C-Dome is een boei uitgerust met zeer krachtige resonatoren met een gemiddelde frequentie van 40kHz en de unieke sterkte van 110 dB en een besturingssysteem. Deze zorgt in het water voor het opwekken van ultrasone geluidsgolven op wisselende frequenties en sterktes. Dit gebeurt via titaniumkoppen gekoppeld aan kabels en elektronicakasten boven water.

Het opwekken van die geluidsgolven door de resonators leidt tot het principe van Nano cavitatie. De techniek produceert ruim 40.000 trillingen per seconde die mechanische energie in het water omzetten in kinetische energie. De pulsen zijn vele malen sterker dan bij traditionele systemen. Het resultaat is Nano cavitatie op grote schaal tot 55 meter in zout water en 40 meter in zoet water. De Nano cavitatie is microscopisch klein, maar ruim honderd keer krachtiger dan ultrasound alleen.

Het verschijnsel veroorzaakt na snelle drukverlaging en vervolgens weer verhoging een implosie van moleculen in het bewegende water. Hierdoor ontstaan kleine sterke waterstraaltjes en vacuümbellen. De energie van die straaltjes en bellen die in het water aanwezig zijn, zorgt ervoor dat ongewenste ziekteverwekkers, bacteriën, algen, biofouling en parasieten niet verder kunnen groeien en uit het water worden verwijderd. Deze bestaande geluidsgolventechnologie krijgt nu met de C-Dome haar eerste unieke wereldwijde praktijktoepassing.

 

 

Syndy houdt productdata merkfabrikanten actueel

 

Syndy_Logo_Black_RGB_1000px

E commerce platform Syndy houdt digitale productdata van merkfabrikanten actueel. Zij delen met retailers altijd de laatste gegevens van producten, belangrijk voor de online aankoop van klanten.

Syndy beheert digitale content voor diverse internationale merken in food en non food, aangepast aan veranderingen in het online assortiment van de retailformule en de consument in de markt.

Meer informatie over werkwijze en plannen van Syndy  www.telegraaf.nl/nieuws/1255552/controle-over-content

 

Open innovatie wordt basis voor vernieuwingen in agrifood

Open-innovatie-Onno-Omta-21c02d90-15e6-42de-a949-b9123b3df02a_shutterstock_350763884_d9b09f27_179x120

De komende jaren zullen baanbrekende innovaties het landbouwsysteem fundamenteel veranderen. Dat is de overtuiging van prof.dr. Onno Omta uitgesproken bij zijn afscheid als hoogleraar Bedrijfskunde aan Wageningen University & Research.

Succesvol innoveren in de agrifoodsector is niet gemakkelijk. Om van één product een voor honderd procent commercieel succes te maken zijn drieduizend ruwe ideeën nodig. Tien procent van die ideeën verdienen een verdere uitwerking. Uit die driehonderd projecten komen gemiddeld 125 onderzoeksprojecten voort, waaruit negen ontwikkelingstrajecten voortvloeien. Hieruit volgen vier commercialiseringsprojecten met 1,7 productlanceringen. Het succespercentage van zulke productintroducties is zestig procent, zodat aan het einde van de oorspronkelijke drieduizend ideeën er één commercieel succes resulteert.

Hoewel een bedrijfsteam van specialisten uit de R&D-hoek, financiering, marketing, fabricage en inkoop vanaf het begin nauw samenwerkt en onderling communiceert, stuiten zij op problemen wanneer zij een nieuwe fase in het innovatieproces betreden, bijvoorbeeld van de fase Research naar Development. “Geen wonder dat CEO’s zich liever toeleggen op verdienmodellen van de korte termijn dan om te investeren in innovatie”, zegt prof. Omta in zijn rede ‘Open innovation – The road to success in agriifood?’

 Van open innovatie naar innovatie-ecosysteem

Zou innovatie met meer partijen buiten het bedrijf zulke hardnekkige interne problemen vóór kunnen zijn? Ideeën, technologieën of in de portfolio missende producten komen dan van alle kanten. “We zien dat open innovatie het innovatievermogen van een bedrijf vergroot”, legt prof. Omta uit.

“Als je dat verder uitbreidt kom je bij het innovatie-ecosysteem, waarin alle afspraken op het gebied van samenwerking het mogelijk maken dat researchorganisaties hun innovatieproces versterken en versnellen door co-innovatie, ofwel samenwerking met potentiële gebruikers of klanten. Dit gebeurt in Silicon Valley, de High Tech Campus in Eindhoven of in Food Valley rond Wageningen. Food Valley Open Innovation Ecosystem telt inmiddels 15000 onderzoekers, twintig onderzoeksinstituten, 1440 voeding gerelateerde en 70 wetenschappelijk georiënteerde bedrijven die in principe allemaal in wisselwerking kunnen treden”.

Maar ecosysteem innovatie is niet risicoloos. “Veiligheidsproblemen, afhankelijk zijn van derden, kosteneffectiviteit of hoge coördinatiekosten, en zelfs kan er een concurrent worden gekweekt of versterkt”, voegt prof. Omta toe. Hoe gaan bedrijven om met die kansen en risico’s, en wat is de optimale graad van openheid?

Innovatie als exportproduct

Het belang van de agrifoodsector voor Nederland is enorm. Als ’s werelds tweede agrofood exporteur bedraagt de export 94 miljard euro (2016). “Negen miljard zit in de export van innovaties als energiezuinige kassen, precisielandbouw met drones bijvoorbeeld of resistentie van gewassen tegen ziekten en plagen. In een studie concluderen we dan ook dat innovatie essentieel is voor bedrijfssucces en overleving op de markt op de lange termijn. Hoe hoger geagendeerd, en hoe beter het innovatieproces hoe beter het bedrijf afsteekt tegenover zijn concurrenten.”

“Doorbraken kunnen niet meer uitblijven”, zegt prof. Omta. “Zulke disruptieve innovaties zijn bijvoorbeeld kunstvlees uit stamcellen van de startup Mosa Meat, behandelingen tegen plantenziektes door gen-modificatie via Crisp Cas9 of verticale landbouw met diverse lagen gewassen in klimaatkamers met LED-verlichting. De winst is daarbij helder: driekwart minder water, negentig procent minder bodemgebruik en tachtig procent hogere opbrengst op hetzelfde oppervlak.”

Prof. Onno Omta werd in 2000 in Wageningen benoemd tot hoogleraar aan de leerstoelgroep Bedrijfskunde die toen tien Nederlandse onderzoekers telde. Inmiddels telt de groep vijftig medewerkers, waarvan de helft uit een ander land. Een internationaal visitatiecommissie beoordeelde de groep in 2015 als ‘excellent’. Elk jaar schrijven circa honderd masterstudenten hun thesis onder de supervisie van de groep Bedrijfskunde.

Cublend produceert poeder-, kruiden- en groentemengsels

 

Cublend in Bleiswijk produceer poeder-, kruiden- en groentemengsels voor de foodindustrie. Het bedrijf, gestart door Carlo van Eijmeren en Rob Nijgh, levert powder blends op maat als halffabricaten aan de voedingsindustrie. Onlangs behaalde Cublend een higher level voor IFS-certificering.

 

De blends zijn bestemd voor soepen, vlees, sauzen en marinades, coatings voor noten, vis en vleesproducten, functionele toevoegingen en voedingsstoffen voor sport en afslanken. Het bedrijf overweegt vanwege de toenemende vraag om volgend jaar de productiecapaciteit van 6000 ton uit te breiden.

 Aandacht voor voedselveiligheid

In de fabriek is veel aandacht voor voedselveiligheid. Het centrale productieplatform en zelf ontwikkeld geautomatiseerd grondstof-managementsysteem voorkomen slepen met voedingsstoffen en als gevolg hiervan kruisbesmetting en allergenencontaminatie.

Cublend DSC_1330Cublend DSC_1335

Daarnaast werkt Cublend voor de kruidenmengsels, kruiden en specerijen met natuurlijke grondstoffen die niet genetisch gemodificeerd of geproduceerd zijn met behulp van genetisch gemodificeerde ingrediënten. Die zijn traceerbaar binnen de EU. Op deze wijze borgt het bedrijf de voedselveiligheid in de gehele keten.

De afgelopen jaren kwam de voedingsindustrie regelmatig negatief in het nieuws vanwege  besmettingen met schadelijke bacteriën en restjes allergenen in producten die er volgens de verpakking niet in horen te zitten. “Wat we steeds van klanten horen is dat het beter, sneller en vooral veiliger moet,” aldus eigenaren Carlo van Eijmeren en Rob Nijgh. ,,Daarom is er in de branche een grote behoefte aan dit soort innovaties”.

Cublend is een samenwerkingsverband tussen Berkenhof Beheer B.V., Denico Danmark ApS en Ronijco Invest B.V. voor het gehele Europese continent.

Cublend is aanspreekpunt voor de Benelux en Zuid-Europa, voor Noord Europa en UK verwijzen is dat Denico Danmark.

www.cublend.nl   www.denico.dk

« Nieuwere berichten

 

  Kennis- en innovatieplatform voor de agrifoodketen ©2024 Ria Besseling