Agrifoodclicks

Sensor meet vitaminegehalte van groente en fruit

 

BCGV_Food Screening EMR

Telers kunnen met een  biosensor het vitaminegehalte in groente en fruitreal time meten. Via het Interreg project Food Screening EMR werken Nederlandse en Belgische bedrijven en kenniscentra aan een slimme sensortechnologie voor snelle, eenvoudige en goedkope detectie van vitaminen in voedingsmiddelen tijdens het productieproces.

Deze on-site meettechnologie biedt telers van groente en fruit de mogelijkheid om met state-of-the-art teelttechnieken te sturen op het duurzaam en stabiel verhogen van het vitaminegehalte in gewassen. Het project onderzoekt tevens hoe de sensortechnologie ingezet kan worden bij de onderbouwing van claims over de voedingswaarde en de gezondheidsvoordelen van producten.  

Het meten van vitamines is al mogelijk, in een laboratorium. Maar het is voor een teler behoorlijk kostbaar om van iedere batch gewassen stalen te nemen en deze op te sturen naar een extern lab voor nutrionele analyse. De huidige praktijk is het product wegen en vervolgens in een tabel opzoeken hoeveel vitamine C per gram een wortel bevat. Dat is de waarde die op de verpakking verschijnt.

“Het specifiek bepalen van inhoudsstoffen om je producten te vermarkten is nu simpelweg te duur. Maar een goedkope sensor waarmee een teler dit zelf routinematig kan bepalen, biedt uitkomt. Niet alleen in het kader van claims, maar ook om de teeltprocessen te innoveren. Je kan dan bijvoorbeeld twee teelttechnieken voor spinazie analyseren en snel controleren of de nieuwe methode ook echt leidt tot een toename van bijvoorbeeld het folaatgehalte in de gewassen. Wij willen de sensor zo maken dat je ‘m kunt integreren in een dipstick en een draagbare sensor die je als teler in de kas of op het veld kan gebruiken”, vertelt Kasper Eersels, assistent professor Sensor Engineering van Universiteit Maastricht/

Binnen dit project brengt iedere universiteit zijn eigen expertise in. “Het ontwikkelen van sensortechnologie is een complex proces. Door met elkaar samen te werken, maak je slim gebruik van elkaars kennis. Vanuit Maastricht zijn we goed in receptoren, dat zijn de elementen in je sensor die je nodig hebt om een specifieke stof in bijvoorbeeld vruchtensap te detecteren. Hasselt en Luik werken samen aan een ‘omzetter’: wanneer de receptor het stofje bindt dat je wil detecteren, moet je sensor ook kunnen waarnemen dat dit gebeurd is. De technische hogeschool in Aken is aan zet om dit allemaal in een handzaam toestel te krijgen. Het klinkt cliché, maar samen ben je echt meer dan de som der delen.”
 

De software

De Venlose startup Yookr gaat samen met het Duitse Zumolab de software ontwikkelen voor de nieuwe biosensor. Volgens John van Helden van Yookr kan deze biosensor het leven van een voedselproducent gemakkelijker maken. “Je meet ter plekke hoeveel vitamine er bijvoorbeeld in je tomaten of wortelen zitten. Je kijkt als ondernemer real-time mee en kan – als het nodig is – het productieproces bijsturen.”

De biosensor moet zo worden gemaakt dat deze onder verschillende omstandigheden een stabiele en betrouwbare meting kan doen. “We weten uit ervaring dat bijvoorbeeld warmte altijd invloed heeft op een meting. Maar als ze in het lab ervoor zorgen dat ze het juiste sensormateriaal hebben en dat voorzien van een uitleesbare chip die de meetinformatie verzamelt, dan kunnen wij aan de slag met de software en de data op een goede manier visualiseren.”

 

De claims

De volgende stap is om te kijken hoe de informatie uit de biosensor en de data geïntegreerd kan worden in voedings- en gezondheidsclaims, zodat ze de consument kan overtuigen van de meerwaarde van een product. “De claims zijn nu vooral gebaseerd op theoretische basis en gaan over alle tomaten, alle appels en alle bloemkool. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten. De biosensor helpt om inzicht te krijgen in de voedingswaarde van een specifiek product. Wij willen gaan kijken hoe we de informatie uit de metingen kunnen gebruiken om claims te maken’, vertelt Alie de Boer, voedingswetenschapper en hoofd van het Food Claims Centre Venlo, een afdeling van Universiteit Maastricht.

Dit is volgens De Boer goed voor de teler omdat hij meer inzicht krijgt in wat er in zijn product zit en hierop kan sturen, door bijvoorbeeld een speciaal soort tomaten te gaan kweken met extra veel vitamine C of B1 of met veredeling in te zetten op bepaalde eigenschappen. Voor de teler en de consument is dit volgens de voedingswetenschapper een belangrijke ontwikkeling. “De consument heeft steeds meer behoefte aan informatie over wat er in een product zit. Deze bewustwording is geen hype, die blijft. Als je als teler inzicht kan geven in wat er allemaal voor goede dingen in jouw tomaat, aardbei of wortel zitten, sta je echt 1-0 voor.”
 

Financiering

Het project Food Screening EMR  krijgt een bijdrage vanuit het Interreg-programma Euregio Maas-Rijn van de Europese Unie. Dit programma pakt problemen in grensregio’s aan te pakken en grensoverschrijdende samenwerking binnen Europa te bevorderen.

Sensor meet vitaminegehalte van groente en fruit | Brightlands

Link tussen technologie en retail/foodservice versnelt productie plantaardig

_FREE-FROM-FOOD_0405  

 

Free From Functional & Health Ingredients 2021 Amsterdam – 23 -24 nov a.s.

 

Afgelopen jaren zijn er tal van vlees- en visvervangers op de markt gebracht, veelal op basis van soja, tofu en peulvruchten. Deze eiwitbronnen zijn echter niet oneindig en het zoutgehalte staat regelmatig ter discussie. Om aan de toenemende vraag te kunnen blijven voldoen, zijn alternatieve eiwitbronnen nodig.

Free From Functional & Health Ingredients 2021 die plaatsvindt op 23 en 24 november a.s. in de RAI Amsterdam, verbindt technologie en retail/foodservice om de productie van plantaardige alternatieven te versnellen.

 FREE-FROM-FOOD_0196 (002)

Inmiddels noemt één procent van de Nederlanders zich veganist, blijkt uit onderzoek. Dat zijn bij elkaar zo’n 170.000 veganisten. Twintig jaar geleden waren dit er nog maar 16.000. Daarnaast is er een groeiende groep flexitariërs – mensen die vlees, vis of vleeswaren minstens één keer per week laten staan. De plantaardige vervangers die de afgelopen jaren op de markt kwamen hebben bronnen als soja, noten, tempé, tofu, tahoe en peulvruchten. Eiwitbronnen die niet onuitputtelijk zijn en bovendien niet altijd even duurzaam. Ook worden deze producten vaak als te zout bestempeld.

Alternatieven: nieuwe eiwitbronnen

Om aan de toenemende vraag van vlees- en visvervangers te blijven voldoen, zijn  nieuwe eiwitbronnen nodig: tuinbonen, quinoa, algen en schimmels. En om het zoutgehalte te kunnen verlagen worden kweekvlees en insecten als oplossing genoemd.

Er zijn innovatieve technologieën, ingrediënten en productiemethoden in ontwikkeling die de eiwittransitie kunnen versnellen. Maar wat zijn nu de meest geschikte, wat wil de consument en hoe kunnen eiwitrijke vervangers voor vlees en vis voldoen aan de vereisten voor smaak, bite, milieu en gezondheid?

Om antwoord te geven op deze vragen en het ontwikkelproces van retail-, foodservice- en horecaproducten te versnellen, verbindt Free From Functional & Health Ingredients foodprofessionals uit alle vakgebieden. “Door potentiële zakenpartners aan elkaar te koppelen, van voedingstechnologen tot fabrikanten, marketeers, inkopers en category managers”, legt organisator Ronald Holman van Expo Business Communications uit, “laten we het assortiment nog beter aansluiten op de daadwerkelijke vraag, nu en in de toekomst.”

De vakbeurs geeft inzicht in actuele en toekomstige trends van eiwittransitie, lactose-, gluten-, suikervrije en plantaardige producten, biologisch, vega(n), functionele voeding en ingrediënten. De beurs verbindt potentiële foodpartners en inspireert met bijdragen van sprekers van instellingen en bedrijven.

Meer informatie en tickets: https://nl.freefromfoodexpo.com/home/

logo-2020-amsterdam

 

 

 

Smart Potato: slimme aardappel meet groeiseizoe

 
 

 

Smart Potatoe2 Smart Potatoe1 (1)Smart Potatoe1 (1)Smart Potato 3.jpg.jpg-aviary-20170510-094824

 

 

Derk Gesink volgt straks met sensoren de aardappel tijdens de teelt, vanaf het poten tot en met het einde van de bewaring. De akkerbouwer in Mensingeweer weet dan precies hoe gaat met de voortgang in het groeiseizoen. Dit seizoen wordt de waarde van deze sensortechnologie getest.

De Groninger akkerbouwer doet mee aan Smart Potato, een project in het kader van 5Groningen in combinatie met studenten van de Hanzehogeschool. Het volgen van de teelt blijft in de praktijk nog even toekomstmuziek, want dit seizoen wordt de waarde van deze sensortechnologie vooral getest.

“Het project is een mooie kans om technologieën te ontwikkelen voor landbouw waar wij in de toekomst verder mee kunnen. Daarnaast is het erg leuk om studenten te betrekken bij het landbouwbedrijf en ze te leren denken hoe techniek en natuur met elkaar samen te laten werken”, zo ervaart Gesink.

De sensor verzamelt in een proef in een perceel van 9 hectare gegevens als vocht, temperatuur, stikstof en tijdens de opslag CO2. Er wordt tot nu toe gewerkt met één sensor per hectare “om eerst de communicatie voor elkaar te krijgen”.

Geeft dit dan wel een goed beeld? Wat als juist de plek waar de sensor ligt afwijkt ten opzichte van de rest van het perceel? Gesink: “Dat zijn inderdaad allemaal nog vragen die beantwoord moeten worden. Wellicht kunnen bodemkaarten, satellietdata,  drone data of historische opbrengstkaarten worden gebruikt voor het bepalen van de juiste plek”. Ook het ijken van de techniek is een aspect dat nog aan de orde komt. “Zo ver zijn we nog niet, maar dat is vooral een technisch vraagstuk”.

 

Per hectare aardappelen wordt er een exemplaar – uitgevoerd in de vorm van een grote aardappel, eigenlijk een kleine biet – in de grond gepoot. Gesink: “Het is de bedoeling om de sensor in de aardappelrug te plaatsen, dus alleen in aardappelen, maar voor tulpen of andere bollen zou de sensor ook geschikt kunnen zijn”.

De informatie uit de aardappel moet helderheid brengen in de voortgang van de teelt van de tachtig hectare pootaardappelen van het akkerbouwbedrijf van Gesink. De maatschap investeerde al meer in het bedrijfsproces rond aardappelen. Vorig jaar kwam er op het erf een nieuwe bewaarschuur voor de bewaring en sortering van pootaardappelen in bedrijf.

De slimme aardappel is tot nu toe nog niet in de grond geweest, erkent Gesink. “Het is al een hele toer om communicatie tussen de Smart Potato en het netwerk voor elkaar te krijgen omdat de Smart Potato onder de grond zit. Dat is iets waar de betrokken partijen tot nu toe weinig ervaring mee hebben. De studenten hebben al wel een portal opgezet op www.slimmeaardappel.nl waar de data zichtbaar wordt gemaakt”, vertelt Marc Cremers. Hij is projectcoördinator van 5Groningen waar het project van Smart Potato onder valt.

Waarde en optimale vorm testen

Dit seizoen wordt de waarde van deze sensortechnologie getest. “Het gaat om het uitvoeren van proeven met verschillende sensoren en vormgevers gaan uitzoeken wat nu de optimale vorm van de Smart Potato moet worden. Daar zijn al wel goede ideeën over”, weet Cremers.

“Het wordt een compromis, maar de Smart Potato moet wel de vorm van een aardappel hebben. Hij gaat namelijk mee in de pootmachine om te poten en hij wordt ook mee geoogst. Er moet bovendien genoeg ruimte in die slimme aardappel zijn voor de sensoren, batterij en de elektronica voor communicatie. Daarnaast moet de kast ook nog eens goed waterproof zijn. En dat is nog wel een uitdaging”, ziet Derk Gesink.

Gerichter bemesten

Voor hem is informatie over bodemtemperatuur, bodemvocht en beschikbaarheid van stikstof van belang. “Het zou mooi zijn om daar in de toekomst een groeimodel en een ziektemodel aan te koppelen”. Het grootste voordeel van de toepassing en dus de meerwaarde voor de aardappelteelt op zijn bedrijf is dat het gerichter kunnen bemesten uiteindelijk een betere opbrengst en nog betere kwaliteit kunnen opleveren. “Daarnaast is besparing op meststoffen altijd goed”.

En welk nadeel weegt het zwaarst? “Naast meten is weten kost meten ook extra inspanning. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op. De extra tijd die nodig is moet wel opwegen tegen de opbrengst en kwaliteitsverhoging”, stelt hij nuchter vast.

Om te meten wat er boven de grond op het aardappelveld gebeurt zoals loofontwikkeling en insectenvraat is een groep studenten bezig om een bladnat sensor te maken. Dit moet boven de grond gebeuren. Een idee is om deze opstelling ook te gebruiken als antenne voor de communicatie met de Smart Potato onder de grond, vertelt de landbouwer die de sensor in ruil voor het beschikbaar stellen van de locatie mag gebruiken.

Weerstation voor gerichter bestrijden

Vorig jaar zomer werd er voor de 5G-pilot Smart Potato van 5Groningen al een weerstation geplaatst. Gesink: ”Dit was een weerstation van Pesse dat temperatuur, bodemvocht, neerslag, luchtvochtigheid en bladnat kon meten. Zo is er realtime informatie beschikbaar over de weersomstandigheden en de toestand van het gewas”.

Wat hij hieraan heeft gehad tijdens de droge zomer? “Tja, minder dan gehoopt, want wij kunnen niet beregenen op aardappelen. Onze meerwaarde voor het weerstation is de koppeling aan het ziektemodel voor het voorspellen van schimmelinfecties. In een jaar met normale neerslag kan het dan prima aangeven wanneer de aardappelen moeten worden beschermd tegen schimmelziekten. Afgelopen jaar was het zo droog dat er geen schimmelinfecties optraden, dus het model gaf aan dat er niet gespoten hoeft te worden”, legt hij uit.

“De ontwikkelingen gaan echter wel door op het gebied van ziektemodellen. Zo is Pesse nu bezig om ook de luizenpopulatie in het veld beter te kunnen voorspellen. Dat zou het interessant kunnen maken om luizen nog gerichter te gaan bestrijden”, weet de Groninger akkerbouwer.

Hij adviseert collega’s die ook op deze manier data van de teelt willen verzamelen dat het gewoon een kwestie van doen is. “Als je er bereid bent om er wat tijd in de steken zijn er genoeg mogelijkheden. Ik hoop dat er nog een tijdje studenten aan dit project kunnen werken en dat de Smart Potato dan verder door commerciële bedrijven wordt opgepakt.”

Nieuwe doorontwikkeling

De Smart Potato krijgt op termijn een nieuwe doorontwikkeling. Die wordt uitgevoerd door studenten van de opleidingen Hanze HBO-ICT, Hanze Industrieel Product Ontwerp  en Hanze Sensor Technology van de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van 5Groningen in innovatiewerkplaats Digital Society Hub.

 

Vincent Huisman vertelt over zijn bedrijf Croptimise. De startup van studenten van de Hanzehogeschool Groningen houdt zich bezig met de doorontwikkeling van de Smart Potato, een “slimme pieper” die onder de grond metingen verricht en deze metingen doorstuurt naar de boer. Bekijk de video!

 

www.5groningen.nl › nieuws › hoe-gaat-het-met-de-smart-potato
 

 

Smart Potato: het project

Zo ziet de technologie van dit project er uit. De informatie over vocht, bodemtemperatuur, bodemvocht en beschikbaarheid van stikstof wordt via sensoren op 10 tot 20 cm diepte in het aardappelveld verzameld en aan een 5G-netwerk doorgegeven.

5G werkt voor de slimme aardappel met twee technieken: LoRa van KPN en NB-IoT van internetter Sings van Vodafone. “Via beide technieken waar we nu mee experimenteren kan de aardappelsensor in de grond heel lang met weinig energieverbruik gegevens verzamelen zonder dat de batterij leegraakt. Logisch, want de sensor moet het een heel seizoen lang doen”, aldus Cremers.

Deze netwerken zijn gebaseerd op de LoRAWAN (Long Range Low Power)- technologie, een voorloper van het toekomstige 5G netwerk. De techniek kan grote aantallen sensoren koppelen en kent een zeer laag energieverbruik.

De gegevens worden enkele keren per etmaal via het 5G-netwerk verzonden naar het informatieplatform. Na analyse en presentatie van de data weet de boer aan de hand van groeimodellen of en hoe hij moet bemesten. “De informatie is goed voor zijn portemonnee, voor het milieu en gezond voor de consument”, aldus de projectcoöordinator.

Aan de pilot Smart Potato van 5Groningen doen de volgende partijen mee: techniek Economic Board/5Groningen waartoe het project Smart Potatoe behoort, Hanzehogeschool Groningen, akkerbouwer Derk Gesink, KPN, Vodafone en Solentum in Joure. Deze startup ontwikkelt momenteel een app waarmee de aardappelteler snel de totale opbrengst en kwaliteit van een oogst kan bepalen.

 

Fooditive gaat Sweetener produceren

 

 fooditive sweetener

 De woorden ‘gezond’ en ‘natuurlijk’ worden niet snel geassocieerd met suikervervangers, maar Fooditive BV wil dat veranderen. In het afgelopen decennium heeft de Nederlandse producent van voedselingrediënten zich ingezet voor duurzame oplossingen om de wereldwijde suikerinname aan te pakken. In 2018 is dit werkelijkheid geworden met een zoetstof die vrij van chemicaliën is en plantenaardig wordt gemaakt.

Fooditive heeft de focus gelegd op het gezonder maken van producten die suikervervangers gebruiken, door een betaalbaar alternatief aan te bieden. Product Development Manager van Fooditive, Niki Karatza, stelt: Vvoor je een zoetstof kan ontwikkelen die succesvol suiker in levensmiddelen kan vervangen, moet je eerst begrijpen wat suiker nou echt uniek maakt. Dat hebben we gedaan door in de wetenschap achter sucrose, de smaak en in de unieke eigenschappen te duiken.” 

Dit heeft Fooditive bereikt door een innovatief proces: het reverse-engineeren van sucrose. Door te beginnen met het eindproduct en vervolgens terug te werken, kon Fooditive de eigenschappen van de ingrediënten analyseren en begrijpen hoe het de kenmerken van suiker in de zoetstof kan nabootsen. Het combineren van deze kennis met het afval van appels en peren leidde tot de creatie van Fooditive Sweetener die 70% van de zoetheid van suiker heeft, zonder de insuline of bloedsuiker niveaus te verhogen. 

Vanuit de kernwaarden duurzaamheid en de overgang naar een circulaire economie, verkrijgt Fooditive de grondstoffen voor haar zoetstof op twee manieren. Ten eerste werkt Fooditive samen met Nederlandse boeren om zowel organische als niet-organische appels en peren te redden die niet aan de eisen voldoen. Ten tweede verzamelt Fooditive het restafval van dit fruit uit andere productieprocessen. Na het verzamelen wordt er een continu fermentatieproces gebuikt, waardoor er in een kortere tijd meer zoetstof verwerkt kan worden. Het fermentatieproces wordt gebruikt om fructose te extraheren en om het te converteren naar keto-fructose. Dit eindproduct is de zoetstof.

 In Zero Iced Tea van  Seicha GmbH

In Duitsland werd Fooditive genomineerd voor de Healthy Living Award 2020 vanwege haar innovatie en positieve bijdrage aan de eathealthy filosofie van de organisatie. Fooditive Sweetener zal ook vanaf dit jaar zijn entree maken in de dranken van Seicha GmbH. 

“Sinds de oprichting van Seicha, hebben mijn broer en ik gezocht naar een natuurlijke zoetstof die een prettige smaak heeft en geen calorieën bevat. In Fooditive hebben we eindelijk een duurzame partner gevonden, waarmee we een revolutie willen ontketenen in de Europese drankindustrie. Seicha zal de eerste organisch gecertificeerde Zero Iced Tea ter wereld binnenkort lanceren. De organische Iced tea zal in drie smaken gelanceerd worden: Green Tea & Ginger; Rooibos Tea & Mango Passion Fruit; en Black Tea & Orange Vanille, aldus directeur Benjamin Böning.

 

Over Fooditive

Fooditive BV is in 2018 opgericht met als missie om gezond voedsel voor iedereen betaalbaar te maken. Het business model is gebaseerd op het leveren van natuurlijke en gezonde innovatie aan levensmiddelenproducenten, met de Fooditive sweetener als belangrijkste product. De filosofie van het bedrijf is gebaseerd op drie pijlers: 

Plantaardig: met gezonde en voedzame producten in gedachten streeft Fooditive naar voedsel dat gezond is, laag in calorieën, vezelrijk is en een grote impact op de supply chain heeft. 

Duurzaamheid: Fooditive verwerkt de drie duurzaamheidspijlers in het business model: zorgen voor mensen door gezonde alternatieven te bieden, door het verhogen van de bewustwording aangaande gezondheid, door deel te nemen aan de circulaire economie door het hergebruiken, reduceren en recyclen en het verminderen van de impact op het milieu door van afvalstromen nieuwe producten te maken. 

Innovatie: Fooditive werkt met verschillende partners om het beste te halen uit nieuwe afvalstromen.

Informatie: www.fooditive.nl

 

Jumbo test slimme winkelwagen

Jumbo-geeft-startsein-voor-experiment-met-slimme-winkelwagen

Jumbo Foodmarkt in Veghel test deze maand een slimme winkelwagen met camera’s, aanraakscherm en kunstmatige intelligentie.  Tijdens deze pilot wordt bekeken of deze technologische innovatie toegevoegde waarde heeft voor klanten en hoe de slimme winkelwagen in de toekomst het beste kan worden ingezet.

Boodschappen doent met de slimme winkelwagen gaat zo: als klanten de producten in het wagentje leggen, worden deze automatisch gescand. Een ingebouwde camera registreert namelijk alle producten die in de kar worden gelegd en het wagentje heeft een scherm waarop het boodschappenlijstje staat. Via dit aanraakscherm ziet de klant direct het bedrag en welke producten in de aanbieding zijn. De klant kan in de toekomst de boodschappen ook met behulp van het scherm op de slimme winkelwagen  afrekenen.

Tijdens deze test wordt de slimme winkelwagen fysiek getest om te kijken waar kansen en beperkingen liggen. Het systeem is eerst in een gesimuleerde omgeving getoetst om producten te herkennen, waardoor het bijvoorbeeld verschillende groenten en fruit van elkaar kan onderscheiden. De volgende stap is het testen in de winkel door collega’s en klanten. Deze pilotfase moet vaststellen of de slimme winkelwagen het boodschappen doen voor  de klant eenvoudiger, sneller en prettiger maakt. De uitkomsten bepalen of de innovatie op termijn ook in de winkels praktijk wordt.

 

Over Jumbo supermarkten
Jumbo is een Brabants familiebedrijf dat dit jaar 100 jaar bestaat en is uitgegroeid tot de tweede supermarktketen van Nederland. In 2019 kwamen hier de eerste winkels in België bij. Jumbo telt momenteel ruim 680 supermarkten, waaronder 8 Foodmarkten en een online bestel- en bezorgservice via Jumbo.com. Ook voert het concern het gemakswinkelconcept Jumbo City, waarin elementen van de reguliere Jumbo winkel, Foodmarkt én van restaurantketen La Place worden gecombineerd.

 

Veilig afstand houden op de werkvloer

 
 
SmartProximity
 

Anderhalve meter afstand houden is makkelijker gezegd dan gedaan – zeker in professionele omgevingen zoals een fabriek, een magazijn of overal waar mensen intensief samenwerken. Daarom ontwikkelde PHI DATA SmartProximity. De Smart Edge-oplossing helpt medewerkers afstand te houden en laat hen op een veilige en comfortabele manier het werk uit te voeren. De wearables ontvangen en versturen onderling signalen en helpen zo deafstand tussen mensen te bewaken tot op enkele centimeters nauwkeurig. 

 

Met een overzichtelijk dashboard in de rapportering kunnen in realtime analyses worden gemaakt en kan snel actie worden ondernomen bij een Covid-19 besmetting op de werkvloer. Er is eenvoudig af te leiden bij welke werknemer alarmen zijn afgegaan en met welke andere medewerkers deze persoon in contact is geweest. Hierdoor is eenvoudig na te gaan wie er getest moet worden en kunnen eventuele bedrijfsprocessen worden aangepast zonder het hele bedrijf tijdelijk te moeten sluiten.

Informatie: SmartProximity – PHI DATA

 

 

 
 
 
 

 

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

RAVAS WeightsApp slaat weeggegevens direct op

WeightsApp Mockup iPhone X_002

 

Het is een veelvoorkomende situatie in het magazijn: de indicator van het mobiele weegsysteem is te ver weg voor de medewerker om deze direct af te kunnen lezen. De RAVAS WeightsApp geeft de weeggegevens ter plekke op een smartphone of tablet weer. De app slaat ook de gewogen brutogewichten op, samen met het tarragewicht, de productcode, datum, tijd en ID van het weegsysteem of de operator.

Extra functionaliteiten

De app geeft tevens extra functionaliteiten weer. De opgeslagen gegevensverzameling is op elk moment in te zien en kan ook als CSV-bestand naar elk willekeurig e-mailadres worden gestuurd, zodat deze in een spreadsheetprogramma op een PC kan worden geïmporteerd. Als extra functie kan de app een logbestand van de RAVASindicator downloaden en als CSV-bestand opsturen voor technische analyse bij storingen. Wordt er gewerkt met een Android of iOS apparaat met een geïntegreerde barcodescanner, dan kan deze gebruikt worden om product ID’s in te voeren.www.ravas.com

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

Brave New Food wil naar minder verspillen in de voedingsindustrie

 

Drie open calls – investeringsmogelijkheden tot €1.000.000

Nieuw innovatieplatform Brave New Food roept op tot oplossingen voor de voedingsindustrie

Ons huidige dieet is niet langer houdbaar. De transitie naar duurzamere en gezondere voeding om klimaatverandering en de druk op de gezondheidszorg te minimaliseren is gaande, maar moet veel sneller. Dat vindt Brave New Food. Het Europees georiënteerde innovatieplatform lanceerde drie open calls die innovatieve oplossingen gaat verbinden aan de uitdagingen van gevestigde bedrijven uit de voedingsindustrie.

Met reeds 16 aangesloten bedrijven uit de voedingsindustrie (waaronder Kraft Heinz, Superunie, Smurfit Kappa, The Greenery en Vivera), toegang tot een poule van ruim 50.000 innovatieve denkers, een netwerk van foodbranche-experts én de beschikbaarheid van investeringsmiddelen tot 1 miljoen euro, biedt Brave New Food een unieke mix van succesingrediënten om haar missie te laten slagen.

Vincent van Gorkom, Jesse ‘t Lam, Joost Dekkers en Bas Allart. 

Verbinden, versnellen, vernieuwen
Opgericht door doorgewinterde food scale up- en innovatie-ondernemers en gesteund door een netwerk van branche-experts, heeft Brave New Food een club van gamechangers gecreëerd die het verschil wil maken. “Corporates weten de weg naar innovatieve oplossingen nog niet altijd te vinden en zonder het juiste netwerk of investering blijft het voor start-ups moeilijk om te groeien of zelfs te overleven. Door middel van challenges en open calls op ons platform koppelt Brave New Food concrete oplossingen aan concrete uitdagingen van corporates én versnellen we de schaalvergroting van mens-, dier-, en planeetvriendelijke start-ups”, aldus co-founder Jesse ‘t Lam.

Open innovatie
Van gewas tot consumentenproduct en van logistiek tot verpakking. Alle schakels in de keten doen mee in de inclusieve aanpak van Brave New Food. Ook staat het platform voor open innovatie: samenwerken in het vinden van oplossingen. Aangesloten partners zijn enthousiast over die aanpak. Kraft Heinz-directeur Bob Rog: “Het is essentieel om buiten je bedrijf te blijven kijken. Je kunt en weet zelf niet alles. Brave New Food voorziet ons in die inspirerende behoefte en tegelijkertijd kunnen wij hun netwerk inspireren met onze growth mindset.”

De start-ups en scaleups uit de poule van Brave New Food vertegenwoordigen diverse branches en disciplines. “Die brede blik is juist heel waardevol”, vindt Rog. “Ik geloof echt dat door deze vorm van open innovatie, ideeën en oplossingen veel sneller bij elkaar kunnen worden gebracht.”

1 miljoen euro
De eerste scoutingsronde van Brave New Food loopt tot 16 februari 2021. Jesse: “Door middel van drie open calls rondom de thema’s plantaardige alternatieven, voedselverspilling en duurzame verpakkingen, roepen we startups en scale-ups op om hun innovatieve oplossingen te pitchen. Een snel groeiende groep aangesloten corporates en investeerders bekijkt alle pitches en nodigen de – voor hen – meest interessante innovators uit voor een kennismakingsgesprek op ons matchmaking event begin april. Met één pitch bieden we startups en scale-ups toegang tot nieuwe markten, netwerken, expertise en investeringsmogelijkheden tot 1 miljoen euro.”

Corporates uitgedaagd
Brave New Food nodigt daarnaast alle bedrijven – die voorop willen lopen in de voedseltransitie – uit om zich aan te sluiten bij hun gamechangers-club. Met als stip op de horizon: 50 betrokken partners in 2021. Jesse: “Wij bouwen bruggen, geen tunnels. Door verschillende branches en werkvelden in alle transparantie te verbinden, komen we sneller tot nieuwe oplossingen. Be Brave. Innovate!”

Informatie: jesse.lam@bravenewfood.com en www.bravenewfood.com 

 
What do you want to do ?

New mail

 

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

 
What do you want to do ?

New mail

Picnic klant kocht vooral groenten en fruit, toiletpapier en ongezouten roomboter

Picnic Klant 3

Groenten en fruit, toiletpapier en ongezouten roomboter waren het  afgelopen jaar populaire producten van online supermarkt Picnic. Dat blijkt uit een analyse van honderdduizenden bestellingen. Vlees en vegetarische producten waren daarentegen minder gewild.

Net als voorgaande jaren heeft Picnic een overzicht gemaakt van de meest bestelde producten in Nederland. Hierbij is onderzocht welke boodschappen buiten de traditionele hardlopers als halfvolle melk en komkommers in trek waren. De analyse laat zien waar de grootste herbivoren, broodliefhebbers en zuivelliefhebbers wonen.

Avocadohoofdstad

Hamsteren van wc-papier blijkt niet alleen te gebeuren in fysieke winkels, maar ook online. In meerdere gebieden staat het product in de top drie. In Rotterdam is het relatief gezien zelfs het bestverkochte product. Daarna worden in ‘010’ ongezouten roomboter en pitloze witte druiven het vaakst via de app aangevinkt. Ook in Eindhoven is ongezouten roomboter de onbetwiste hardloper, gevolgd door uien en G’woon cola Zero.

Groente en fruit zijn in veel gebieden zeer goed vertegenwoordigd. Ze lijken in plaats te zijn gekomen van allerlei vegetarische producten, zoals groenteburgers. Den Haag heeft Amsterdam van de troon gestoten als avocadohoofdstad van Nederland. Behalve de hipstervrucht vinden ook scharreleieren (klasse M) en prei gretig aftrek in de Hofstad. In Amsterdam zijn nu aubergines het meest in trek. Biologische eieren (klasse M) en koolzuurvrij Spa Reine completeren de top drie.

Puntpaprika’s

De grootste groente- en fruitliefhebbers blijken in Delft, Leiden, Ede en Arnhem te wonen. In Delft zijn achtereenvolgens aubergine, pitloze blauwe druiven en snack pruimtomaten het populairst. Leidenaren houden het respectievelijk bij witte champignons, prei en Hollandse aardbeien en mensen in Ede bestellen vooral Jonagold-appels, bloemkool en witte champignons. In Arnhem staan de zoete puntpaprika’s op één, gevolgd door cherrytomaatjes en Hollandse aardbeien.

In Nijmegen is het zuivel dat de klok slaat. Daar staat de Fresca d’Oro mozzarella op één. Een ander zuivelproduct, crème fraiche, staat op nummer twee, bosui op nummer drie. Bijna hetzelfde lijstje is zichtbaar in Alkmaar, alleen staat daar bloemkool in plaats van mozzarella. Zuivel is ook in Dordrecht in trek. Yoghurt Griekse stijl is er het bestverkochte product. Ook prei en witte champignons zijn zeer gewild. Schiedammers bestellen het liefst mandarijnen. Daarnaast zijn ze groot liefhebber van scharreleieren (klasse L) en groene ijsthee.

Carnivoren uitgestorven

Afgaande op de analyse lijken in Nederland nauwelijks nog carnivoren te wonen. Almere vormt een uitzondering op dat beeld. In die stad werd rundergehakt procentueel gezien het vaakst besteld. Andere producten die Flevolanders graag in hun digitale winkelmand stoppen zijn energydrink en witlof.

 In Spijkenisse wonen de grootste frisdrankliefhebbers van Nederland. Energy drink en de light-variant zijn niet aan te slepen, terwijl de inwoners ook geen genoeg krijgen van de suikervrije cola. Rijswijkers zijn grote fans van de mango, en dan specifiek de eetrijpe variant. Verder gaan de bewoners voor yoghurt Griekse stijl en scharreleieren (klasse M).   

Budgetpils

De grootste liefhebbers van bier wonen in uiteenlopende gebieden. Budgetpils slaat aan. In Gouda prijkt Export pils bovenaan de lijst, gevolgd door karnemelk en ongezouten roomboter. In Helmond is hetzelfde bier het populairst, daarna volgen groene ijsthee en ijsbergsla. Enschedeërs gaan voor ander budgetbier. Ondanks de aanwezigheid van de Grolsch-fabriek wordt er het meest De Klok-pils gedronken. Ook schouderham en Conference-peren gaan er veelvuldig over de digitale toonbank. 

 Op de gezonde tour gaan ze in Utrecht. Daar staan Elstar-appels bovenaan de lijst, gevolgd door havermoutvlokken en kinderbananen. Ook in Amersfoort lijken inwoners heel bewust boodschappen te doen: fijn volkorenbrood is het best verkocht en sperziebonen staat op plek drie.

Waldkorn

Brood gaat in Zoetermeer letterlijk als warme broodjes over de toonbank. Inwoners bestellen er relatief gezien het vaakst witte puntjes en een heel boeren waldkornbrood. Daarna is magere yoghurt het populairst. Brood staat ook in Apeldoorn op één, zij het dat het hier gaat om een heel boeren tijger tarwebrood. Verder houden Apeldoorners van lichtgerookte spekreepjes en pitloze witte druiven. Rozijnen-krentenbollen gaan het hardst in Nieuwegein.

Sperziebonen zijn in Tilburg het meest verkochte product. Ook witte puntjes en magere yoghurt worden bij vele huishoudens aan de deur bezorgd. In het nabijgelegen Breda zijn kinderbananen het meest gewild. Cola zero en witte champignons zijn eveneens populair. Het meest gevraagde product in Soest is volle melk, gevolgd door scharreleieren (klasse M) en Hollandse aardbeien. Den Bosch houdt het op respectievelijk 3 ster Beter Leven-eitjes, rucola en pitloze witte druiven. In Veenendaal gaat het om yoghurt Griekse stijl, afbak baguettes en cherrytomaatjes, terwijl in Vlaardingen vierlaags toiletpapier en koolzuurvrije Spa Reine het meest gewild zijn.

Over Picnic

De app only super Picnic die eind 2015 van start ging, bezorgt  boodschappen zonder onnodige tussenschakels. De klant kiest welke rit het beste uitkomt en weet via de Picnic boodschappenradar tot op de minuut hoe laat de bezorging zal plaatsvinden. De kosten van deze manier van distributie zijn zo laag, dat de bezorging gratis is en de boodschappen daarnaast de laagste prijs hebben.

Picnic is een initiatief van internetondernemers Joris Beckers en Frederik Nieuwenhuys voormalig eigenaren van Fredhopper,  ontwikkelaar van personalisatiesoftware voor webwinkels. Serie-ondernemer Michiel Muller stond eerder aan de wieg van de onbemande tankstations Tango en ANWB-concurrent Route Mobiel, en ondernemer Bouke van der Wal is eigenaar van supermarktketen Boni. Later is ook retailondernemer Gerard Scheij aan boord gekomen.

 

ValuSect wil ontwikkeling van voedsel op basis van insecten stimuleren

Insect_brood_ValuSect_0520_TN

De wereldbevolking groeit, terwijl de beschikbaarheid van voedsel  afneemt. Er is dus behoefte aan duurzame alternatieven voor voedselbronnen. Insecten kunnen het voedsel van de toekomst worden. Toch is er in de dichtbevolkte westerse landen weerstand. Het Europese project ValuSect wil daar verandering in brengen.

Inagro praktijkcentrum voor onderzoek en voorlichting in land- en tuinbouw, gaat samen met negen internationale partners duurzame productie- en verwerkingstechnieken ontwikkelen voor voedingsmiddelen op basis van insecten. Bedrijven met een idee kunnen via een vouchersysteem steun krijgen. Er zitten twee Nederlandse partners in het projectconsortium, namelijk NGN en Stichting Fontys.

 Ongeveer 30% van de consumenten in Europa is bereid insecten als voedsel te consumeren. ValuSect of valuable insects wil dat aandeel verhogen. Het project gaat de ontwikkeling en marktintroductie van levensmiddelen op basis van insecten stimuleren door de kwaliteit van productie en verwerking van insecten te verbeteren, smaakproeven met consumenten uit te voeren en het milieueffect te verminderen. Er wordt onderzoek gevoerd naar de uitstoot van broeikasgassen, de impact van substraten, de voedselveiligheid en de houdbaarheid van de voedingsproducten.

“De vraag is niet of insecten de oplossing kunnen zijn voor de groeiende behoefte aan eiwitten. De vraag is wat de beste strategie is om die ontwikkeling te bevorderen.”

Sabine Van Miert, projectleider, Thomas More Hogeschool

 

Streven naar duurzamere insectenkweek

Om het onderzoek vorm te geven en uit te voeren, werken onderzoekers van Thomas More Hogeschool en Inagro samen met acht internationale partners. Inagro krijgt al regelmatig vragen van de sector en het beleid over de impact van insectenkwekerijen op hun omgeving. Ook de werkelijke duurzaamheid van insecten in vergelijking met andere landbouwhuisdieren roept vragen op.

“Met ValuSect willen we de uitstoot van broeikasgassen kwantificeren voor verschillende soorten insecten: meelwormen, krekels en sprinkhanen. Daarnaast voeren we ook onderzoek uit naar emissies van fijn stof en ammoniak die de directe omgeving van een insectenkwekerij kunnen beïnvloeden.”

Carl Coudron, Inagro

 

Bedrijfssteun via vouchersysteem

Geïnteresseerde agrovoedingsbedrijven kunnen vouchers met een waarde tot € 40. 000 ontvangen voor ondersteuning bij productontwikkeling,
uitvoering van smaakproeven of voor verbetering van kweek- en verwerkingstechnieken. Afhankelijk van de vraag zal de projectpartner met de meeste expertise in dat domein ondersteuning bieden. Zowel starters als ervaren bedrijven met een innovatief idee kunnen een beroep doen op dit vouchersysteem, dat dit najaar gelanceerd wordt.

 

Het project

ValuSect is een project dat voor € 2,08 miljoen wordt gefinancierd door het Interreg North-West Europe programma. Het project ging op 26 september 2019 van start en loopt tot eind juni 2023. Het consortium wordt door Thomas More Hogeschool  gecoördineerd en bestaat uit 9 leden en 8 geassocieerde partners  verspreid over 7 landen.

De leden zijn: Inagro vzw, Aberystwyth  University, Zürcher Fachhochschule, Stichting Fontys,  het Innovatiesteunpunt,  Teagasc, New Generation Nutrition Pro-active, AliénorEU en BIC Innovation Limited.

« Nieuwere berichtenOudere berichten »

 

  Kennis- en innovatieplatform voor de agrifoodketen ©2024 Ria Besseling